5. Innoveren
De Bijloke - Foto © Phoebe De Corte
De sectoren waar het Departement Cultuur, Jeugd en Media bevoegd voor is, zijn voortdurend in beweging. In 2020 voerden verschillende cultuurinstellingen renovatiewerken uit met subsidies van het Fonds Culturele Infrastructuur. Daarnaast zetten we verder in op digitalisering van informatie. En voor de Vlaamse erfgoeddatabanken schakelden we om van een geografische naar een klantgerichte aanpak. Welke rol het departement in deze vernieuwingen speelde, ontdek je in dit hoofdstuk.
De Bijloke - Foto's © Phoebe De Corte
De Bijloke - Foto © Michiel Devijver
5.1 Investeringssubsidies voor De Bijloke, Circusplaneet en CC Strombeek
Met de investeringssubsidies uit het Fonds Culturele Infrastructuur konden Muziekcentrum De Bijloke, vzw Circusplaneet en Cultuurcentrum Strombeek in 2020 hun infrastructuur optimaliseren. Om welke projecten en veranderingen het precies ging, ontdek je hier in tekst én beeld.
Verbouwing van De Bijloke voor een optimale akoestiek
Het Muziekcentrum De Bijloke (Gent) brengt kunstmuziek op een dynamische manier. Van muzikaal erfgoed tot de vernieuwende hedendaagse canon, in zuivere concertvorm of in interactie met andere kunsten. De concertzaal is ook een inspirerend centrum voor iedereen die van muziek houdt. Klassiek of hedendaags, jazz, niet-Westers, voor kinderen en volwassenen.
Heel uitzonderlijk is dat de concertzaal oorspronkelijk dienst deed als een 13de-eeuws ziekenhuis. De historische concertzaal voldeed echter niet aan de hedendaagse kwaliteitsverwachtingen inzake akoestiek. De beleving in de zaal was zowel voor het publiek als de muzikanten niet optimaal.
Een onberispelijke akoestiek was dan ook prioriteit nummer 1 bij de verbouwing. Daarom ging de opdracht naar de Londense akoestici van Arup, die met referenties als Sydney Opera House, Oslo Opera House en het ingenieuze Cornucopia-podium van popster Björk tot de absolute wereldtop behoren. Zij gingen in zee met het gerenommeerde Londense DRDH Architects (Bodø Kulturhus Noorwegen, Opera Gent, Bourla Antwerpen) en de restauratie-experts van Julian Harrap (Neues Museum Berlijn, Victoria and Albert Museum Londen).
In augustus 2020 werd de renovatie voltooid. De ontwerpers zijn erin geslaagd om de charme van een historisch pand te combineren met de verfijnde akoestiek van een modern muziekcentrum. Voor de herinrichting van de concertzaal kon De Bijloke rekenen op een investeringssubsidie van in totaal 3 miljoen euro van het FoCI.
De Bijloke - Foto © Michiel Devijver
Renovatie circuskerk van Circusplaneet
De vzw Circusplaneet werd in 1999 opgericht met als doel kwetsbare kinderen en jongeren een meer informele culturele vorming te geven door middel van circus. Ze wilden zo ook een bijdrage leveren aan de gemeenschapsvorming. In 2015 kocht de vzw de kerk in de sociale woonwijk in Malem-Gent, een typische tuinwijk uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het idee was om die kerk om te bouwen tot een circuskerk, waar ze circusopleidingen en -voorstellingen konden geven. Daarnaast moest de kerk ook dienst doen als ontmoetingsplek voor de lokale gemeenschap.
Voor de renovatie van de kerk kon Circusplaneet onder andere rekenen op twee investeringssubsidies van het FoCI, voor een totaalbedrag van 420.992 euro. Daarnaast ontvingen ze ook een Europese EFRO-subsidie van 397.000 euro, en 100.000 euro van de stad Gent.
Architectenbureau Plano maakte het ontwerp. Het mooie kunstproject boven de inkomzone is een creatie van Elly Van Eeghem.
In het najaar van 2020 waren de renovatiewerken afgerond. We beschouwen het resultaat als een heel geslaagd herbestemmingsproject van een van de vele leegstaande kerken in Vlaanderen.
Automatisering trekkenwand in Cultuurcentrum Strombeek
Cultuurcentrum Strombeek in Grimbergen brengt een divers, uitgebreid en gevarieerd cultureel aanbod naar een breed publiek, en stimuleert mensen in hun creatieve ontwikkeling. De theatertrekken van de schouwburg waren aan vervanging toe. Die werkten nog steeds op de traditionele manier met touwen en mankracht. De trekkenwand voldeed dus niet meer aan de huidige wetgeving inzake veiligheid en welzijn op het werk.
Bovendien was de automatisering van de theatertrekken voor CC Strombeek ook absoluut noodzakelijk om te kunnen blijven meespelen met de andere grote culturele centra. Contracten en technische fiches van zowel binnenlandse als buitenlandse gezelschappen vermelden meer en meer de verplichte aanwezigheid van een automatische trekkenwand. Voor een cultuurcentrum met een bovenlokale werking en een veelzijdig en gedifferentieerd podiumaanbod als CC Strombeek was het dus hoognodig om daar iets aan te doen.
Daarom kende het FoCI een investeringssubsidie van 525.000 euro toe aan de gemeente Grimbergen. Eind 2020 waren de werken voltooid. Decorstukken, lichten en ander materiaal gaan er nu computergestuurd naar boven en naar beneden.
Theatertrekken - Foto © CC Strombeek
5.2 Een klantgerichte aanpak voor de Vlaamse erfgoeddatabanken
De Vlaamse erfgoeddatabanken zijn niet langer gebonden aan hun geografische indeling. Voortaan gebeurt de instap op Erfgoedinzicht of Erfgoedplus.be op basis van het soort collectie en haar behoeften.
Kleinschalige en niet-professionele erfgoedcollecties (collectiehoudende organisaties) maken gebruik van het Erfgoedregister (Erfgoedplus.be). Voor professionele erfgoedcollecties (collectiebeherende instellingen) wordt het systeem voor collectie- en standplaatsbeheer van Erfgoedinzicht voorzien (Adlib voor Windows, Axiell Collections en Axiell Move). Het Departement Cultuur, Jeugd en Media volgt daarbij de strategische adviezen van externe ICT-partner Delaware, die ze formuleerden in hun studie over de erfgoeddatabanken. We hebben samenwerkingen opgestart met de erfgoedcellen en met PARCUM, expertisecentrum voor religieuze kunst en cultuur, om deze nieuwe aanpak optimaal te ondersteunen.
Migratie en samenwerking op basis van strategische adviezen
In 2018 voerde Delaware in opdracht van het departement een studie uit naar de provinciale platformen voor collectieregistratie (de erfgoeddatabanken). Daarbij ondervroegen ze het brede erfgoedveld over collectieregistratie. Die studie vond in 2019 haar weerslag in een rapport met strategische adviezen. Collectiebeherende instellingen hebben een totaal andere opdracht en werking dan collectiehoudende organisaties. Ook de vereisten die men stelt aan een collectiebeheersysteem zijn anders en niet binnen één toepassing te verenigen. We namen die adviezen ter harte en beslisten om stapsgewijs van een geografische werking naar een klantgerichte aanpak over te schakelen.
Collecties uit de Antwerpse erfgoeddatabank DONNET werden in 2019 verdeeld over Erfgoedinzicht en Erfgoedplus.be op basis van hun indeling en operationele behoeften. De omschakeling en migratie van deze collecties konden we in het voorjaar van 2020 afronden. Vervolgens maakten we dezelfde oefening voor Erfgoedinzicht en Erfgoedplus.be. Zo besloten de Musea Maaseik en de Hasseltse musea (Het Stadsmus, Modemuseum Hasselt en het Jenevermuseum) om in te tekenen op de dienstverlening van Erfgoedinzicht. De kerkelijke collecties uit Oost- en West-Vlaanderen werden aan het begin van de zomer ondergebracht in het Erfgoedregister (Erfgoedplus.be).
Het migreren van 303 erfgoedcollecties doe je natuurlijk niet zonder voorafgaand onderzoek. We toetsten het traject af bij de betrokken erfgoedcellen uit Oost- en West-Vlaanderen. Hun inbreng en actieve begeleidende rol resulteerden in een haalbare planning met minimaal ongemak voor de kerkbesturen. Naast de migratie van kerkelijke collecties blijft ook opvolging noodzakelijk, over alle Vlaamse provincies heen. Met het expertisecentrum PARCUM startten we een samenwerking op voor ondersteuning en begeleiding van kerkfabrieken. Vanaf 2021 wordt in elke provincie een reeks opleidingen georganiseerd. De inhoud werken we uit samen met PARCUM, FARO en de erfgoedcellen. Met het opzetten van zo’n brede doelgroepgerichte samenwerking geven we ook gevolg aan de strategische adviezen.
Vooruitblik naar 2021
Ook in 2021 zullen we deze piste blijven bewandelen. De taskforce Digitale Collectieregistratie stuurt de toekomst voor de erfgoeddatabanken aan, met deelnemers van ons departement, FARO, meemoo en VKC, en met vertegenwoordigers van de erfgoedcellen en musea. Afgelopen jaar werd in opdracht van de taskforce een analyse van de erfgoeddatabanken uitgevoerd. En ondanks de coronacrisis vond er ook een diepgaande bevraging van de erfgoedsector plaats. Dat leidde tot een bevestiging van de klantgerichte aanpak, met aanbevelingen over hoe die vertaald kan worden naar verdere ontwikkelingen bij de Vlaamse erfgoeddatabanken.
5.3 Serieregister: belangrijke stap in informatiebeheersplan
Op 1 januari 2019 trad het Bestuursdecreet in werking. Dat voorziet in een vernieuwd regelgevend kader voor het beheren, bewaren en vernietigen van bestuursdocumenten binnen de Vlaamse overheid. Om te voldoen aan de bepalingen rond archief- en informatiebeheer uit het decreet stelde het Departement Cultuur, Jeugd en Media in de loop van 2019 een informatiebeheersplan op. Dat plan werd begin 2020 goedgekeurd door de Selectiecommissie van de Vlaamse overheid en daarna geïntegreerd in het gloednieuwe online Serieregister.
Het Serieregister is een centraal register voor de hele Vlaamse overheid. Via de webapplicatie Serieregister legt het departement beheersregels vast voor het beheren en bewaren van categorieën van bestuursdocumenten, ook series genoemd. Die beheersregels worden na goedkeuring door de Selectiecommissie van de Vlaamse overheid in het register gepubliceerd. Aan de hand van het Serieregister kunnen we de bestuursdocumenten waarover we beschikken, op een uniforme en correcte manier beheren en bewaren. Op die manier voorzien we een optimale dienstverlening aan de burger, zowel bij de uitvoering van de departementale taken als bij het beantwoorden van vragen in het kader van openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie.
Beheren en bewaren van digitale en analoge informatie
In de praktijk wordt de informatie uit het Serieregister gebruikt voor het beheren en bewaren van zowel digitale als analoge informatie. Zo kan het papieren archief op een ordelijke en toegankelijke manier worden overgedragen naar het centrale archiefdepot van de Vlaamse overheid. Daarbij verwijzen we per archiefoverdracht steeds naar de juiste serie(s). Zo worden gearchiveerde dossiers en documenten voldoende lang in het archiefdepot bewaard en indien nodig op het juiste tijdstip vernietigd.
Voor het digitale informatiebeheer vormt het gebruik van het Serieregister de eerste stap in de aansluiting op de centrale dienstverlening Digitaal Archief Vlaanderen (DAV) van het Agentschap Facilitair Bedrijf. Naast het Serieregister bestaat DAV uit een elektronisch archiefdepot voor de bewaring op lange termijn van digitale dossiers en documenten. Net als in het analoge archiefdepot worden ook hier de gearchiveerde stukken voor elke serie beheerd volgens de regels die in het Serieregister zijn vastgelegd.
Door actief gebruik te maken van het Serieregister komt het departement tegemoet aan de informatiemanagementstrategie van de Vlaamse overheid en bouwt het mee aan een informatiegedreven overheid.
KMSKA - Foto © Morrec
Foto's © Karin Borghouts - Morrec
5.4 Modern museum in een klassiek gebouw: fase 2 van de renovatie van het KMSKA
Het 19de-eeuwse museumgebouw van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) had nood aan renovatie. Sinds 2010 bouwt het Departement Cultuur, Jeugd en Media het KMSKA om tot een hedendaags museumgebouw dat beantwoordt aan de eigentijdse noden. Het doel is om de eigen collectie op een professionele manier te bewaren, uit te bouwen, te onderzoeken en aan het publiek te tonen. Zo zullen we ook voldoen aan de internationale normen voor uitwisseling van kunstwerken, wat belangrijk is voor het organiseren van grote tentoonstellingen. Voor de uitvoering van fase 2 is 11,5 miljoen euro voorzien.
Hoe schep je 40% meer exporuimte zonder de uitstraling van het klassieke gebouw te verstoren? Je stript de originele patio’s – die in de loop van de jaren waren volgebouwd – en schuift er een strak museumvolume in. Zo creëer je een kunstzinnige legoblok in een 19de-eeuwse schil. Fase 2 van het masterplan is ingenieus en gedurfd.
Twee werelden, één museum
Het nieuwe museumdeel kreeg een stalen geraamte van 1 miljoen kilo. Een doorsteek door het gebouw bracht beide zijden van het nieuwe volume samen. In de 10 nieuwe zalen regeert asymmetrie: hoogte, volume en lichtinval variëren. Zo vormt het nieuwe museumvolume een boeiend contrast met de symmetrie van het klassieke gebouw.
De volumes werden wit afgewerkt. De gipskartonwanden, valse plafonds, gietvloeren en gepolijste betonnen treden van de 40 meter lange trap zorgen voor een sterk geheel. Uitsparingen in het staal zorgen voor een natuurlijke lichtinval. Dat geldt ook voor de 198 koepels op het vernieuwde dak.
De restauratie van het museum gaat verder dan een likje verf. Getuige een gerenoveerd dak met lichtstraat en zonnewering, splinternieuwe technische installaties en groots opgefriste zalen. Met deze ingrijpende werken maakt het KMSKA het eeuwenoude gebouw toekomstbestendig, binnen én buiten.
De zalen herwinnen op deze manier hun geroemde grandeur. Ze ogen zo nieuw als ze in de 19de eeuw geweest moeten zijn. Historisch pleisterwerk, schrijnwerk en parketvloeren werden maximaal gered en zorgvuldig opgeknapt. Alle plafonds kregen één uniforme kleur, de muurtinten variëren in functie van de ruimte: van Pompejirood tot olijfgroen. De Rubens- en de van Dyckzaal krijgen gouddecoratie op de sierlijsten.
Vooruitblik naar 2021
De buitenzijde van het museum is door de tand des tijds opvallend veranderd. De gevels verzonken in dof grijs en de mozaïeken kregen het zwaar te verduren. Na een minutieuze restauratie zijn de gevels opnieuw getooid in hun bedoelde schakeringen van roze, geel, oranje, grijs en blauw. Op het dak stralen de iconische beelden als vanouds.
De bouwkundige werken in de museumzalen werden in 2020 afgerond. Maar er is ook nog veel werk. Zo is in 2021 de renovatie van de kantoren en de De Keyserzaal gestart, wordt de klimaatinstallatie getest en de scenografie opgebouwd. Daarnaast zal ook de museumtuin heraangelegd worden.
Foto's © Morrec
Meesterproef Sociaal Wonen - Foto © Vlaams Bouwmeester
5.5 Meesterproef Sociaal Wonen: samenwerking met de Vlaamse Bouwmeester
De Meesterproef - een initiatief van het Team Vlaams Bouwmeester - geeft pas afgestudeerde architecten en jonge kunstenaars de kans om een publieke opdracht te realiseren. In 2019 selecteerde een stuurgroep 9 zeer diverse huisvestingsprojecten in het thema ‘sociaal wonen’, verspreid over heel Vlaanderen. De stuurgroep bestond uit vertegenwoordigers van het Team Vlaams Bouwmeester, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen, het platform Kunst in Opdracht van het Departement Cultuur, Jeugd en Media en twee externe experten. Bij de selectie werd rekening gehouden met de maatschappelijke vernieuwing die de huisvestingsprojecten en opgaves te bieden hebben.
In het voorjaar van 2020 werkten 27 ontwerpers en 14 kunstenaars een voorstel uit. Bij 4 huisvestingsprojecten werd een kader en budget voor een kunstopdracht meegegeven. Curator Nadia Bijl bracht de kunstenaars aan.
- Pierre Coric, Maika Garnica (i.s.m. Willem Coenen), Tom Volkaert en Dido Woelders werden geselecteerd voor de bouw van kleine modulaire gezinswoningen voor WoonAnker Waas in Tielrode.
- Leendert Van Accoleyen, Hannah Mevis, Liesbeth Henderickx en Elias Cafmeyer gingen nadenken over een artistiek concept voor de tijdelijke invulling van een tuinwijk te Schoten.
- In de Cadixwijk te Antwerpen zochten Gerard Herman, Bram Van Meervelde en Sarah Smolders naar een artistieke interventie die de geschiedenis van de plek met de toekomstige bewoning verbindt.
- Kasper De Vos, Jivan Van der Ende en Sine Van Menxel bogen zich over de herbestemming van het Monfortanerklooster in Kontich naar woningen, een bibliotheek en een wijkhuis als context voor kunst.
De geselecteerde ontwerpen en kunstinterventies bleken van zeer hoge kwaliteit te zijn, een aanwijzing voor het uitzonderlijke talent van de huidige generatie ontwerpers en kunstenaars. Alle voorstellen werden in het najaar verder uitgewerkt en zullen de komende jaren gerealiseerd worden.