PARTICIPATIE Durf te doen
IEDEREEN
archeoloog?
WETENSCHAPPER ZOEKT BURGER
zoekt wetenschapper
WEES
(co)creatief
Iedereen archeoloog?
In het Verenigd Koninkrijk bestaat een lange traditie van community digging. Amateurarcheologen of de lokale gemeenschap doen onder begeleiding van een erkende archeoloog prospectie- en opgravingsactiviteiten met soms een zeer grote mate van autonomie. In Vlaanderen is deze vorm van gemeenschapsarcheologie zeer moeilijk te realiseren. Bedrijven voeren 90% van het archeologisch onderzoek in Vlaanderen uit en mogen volgens het Belgische arbeidsrecht geen vrijwilligers inschakelen. In praktijk kunnen enkel erkende metaaldetectoristen aan de slag als vrijwilliger bij een opgraving. Vrijwilligerswerk is in principe wel mogelijk bij opgravingen die buiten de criteria voor het vergunningsplichtige archeologisch onderzoek vallen, de zogenaamde opgravingen ‘met een wetenschappelijke vraagstelling’.
Praktijkvoorbeeld
Dig Hill 80
Een privéinitiatief dat bekroond werd met de Forum Archeologieprijs in 2020 was Dig Hill 80. Een braakliggende verkaveling in Wijtschate (Heuvelland) herbergde een unieke Eerste Wereldoorlog-site die binnen de bestaande archeologieregelgeving moeilijk op te graven was. Dankzij een intensief crowdfundingproject met een substantieel buitenlands aandeel kon de site toch op een gedegen manier worden onderzocht. Een Vlaams bedrijf voerde samen met voornamelijk buitenlandse vrijwilligers het terreinonderzoek uit. De resultaten waren indrukwekkend te noemen en leverden een wezenlijke bijdrage aan de kennis van Wereldoorlog I. De jury roemde de internationale samenwerking, de multidisciplinaire en publieksgerichte aanpak van het project.
Praktijkvoorbeeld
Thames Discovery Programme
De Theems is de grootste en langste archeologische site van het Verenigd Koninkrijk. Om de oevers te prospecteren en in kaart te brengen roept het Museum of London Archaeology de hulp in van vrijwilligers. Sinds de start van het Thames Discovery Programme trainde het museum honderden vrijwilligers die zich verenigen in de Foreshore Recording and Observation Group. Sinds 2008 werden al 60 sites ontdekt en onderzocht. Ieder jaar vinden tal van evenementen plaats zoals determinatieworkshops, begeleide wandelingen en activiteiten voor jongeren en scholengroepen.
Praktijkvoorbeeld
CARE-MSoC: Community Archaeology in Rural Environments
Vier universiteiten uit het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië, Polen en Nederland onderzoeken in hoeverre archeologisch erfgoed, en het gemeenschappelijk ontdekken, bestuderen en behouden hiervan, kan bijdragen aan het versterken van lokale gemeenschappen en de kwaliteit van de leefomgeving. Onder begeleiding van professionele archeologen worden door burgers in en om verscheidene dorpen een reeks kleine proefputjes opgegraven. Nadien worden de vondsten en resultaten samen verwerkt. Het publiek participeert in het onderzoek naar de geschiedenis van de eigen woonplaats en de archeologen onderzoeken hoe dat proces de lokale gemeenschapszin versterkt. Tegelijkertijd levert dit publieksonderzoek archeologische informatie over plekken die normaal niet toegankelijk zijn voor onderzoek, maar belangrijk zijn voor de studie naar de ontwikkeling van dorpen.
Wetenschapper zoekt burger zoekt wetenschapper
Burgerwetenschap is een variant op het concept citizen science waarbij burgers actief participeren in wetenschappelijk onderzoek. Hoewel zulke projecten in principe starten vanuit een wetenschappelijke vraagstelling, kan de grens tussen onderzoek en erfgoedwerking vervagen. Participatie kan op verschillende momenten van het archeologisch traject, of erfgoedwerk, vorm krijgen: in de voorbereidende exploratie, het verzamelen of de verwerking van data. Burgerwetenschap heeft als effect dat erfgoed in kaart wordt gebracht, publiek bewust wordt gemaakt van het archeologisch verleden, kennisnetwerken worden geactiveerd en nieuwe methodologieën zoals luchtfotografie of DNA-onderzoek worden geïntroduceerd. Participanten kunnen zowel individuen zijn als een specifieke erfgoedgemeenschap. Aan de drie Vlaamse universiteiten met een archeologische onderzoeksgroep liepen/lopen projecten met een participatieve inslag, maar er is nog veel potentieel voor nieuwe ideeën en samenwerkingen.
Enkele voordelen van een participatieve aanpak
Het vergroten van het draagvlak voor archeologisch onderzoek.
Extra helpende handen.
Bredere communicatie.
Burgers die als ambassadeurs fungeren.
Foto © Dirk Wollaert
Praktijkvoorbeeld
MEDEA
De metaaldetectoristen vormen een aparte groep van vrijwilligers die het archeologisch verleden mee in kaart brengen. Ze sporen met een metaaldetector naar archeologische artefacten en hebben daarvoor een erkenning nodig van het agentschap Onroerend Erfgoed. Detectoristen zijn verplicht hun vondsten te registreren via een online meldingstool zodat die kunnen worden opgenomen in de Centrale Archeologische Inventaris. Daarnaast worden detectoristen aangemoedigd om hun vondsten te registreren in MEDEA, een platform ontwikkeld in 2014 door de VUB om detectievondsten in Vlaanderen publiek te maken voor onderzoekers en het brede publiek. Sinds 2019 is MEDEA ondergebracht bij Histories en vormen de metaaldetectoristen een nieuwe erfgoedgemeenschap die aansluiting zoekt bij heemkundige kringen, IOED’s en onderzoekers.
Praktijkvoorbeeld
GEN-iaal erfgoed
Heemkundigen en familiekundigen worden via Histories betrokken in interdisciplinaire burgerwetenschapsprojecten. In 2017 werd in Koksijde bij toeval een Laat-Merovingische bewoning en grafveld opgegraven. Vandaag blijven nog enkele cruciale vragen onbeantwoord: zo is er geen informatie over de verwantschapsrelaties tussen de individuen binnen de site, hun afkomst en hun link met andere West-Europese populaties in die periode en vandaag. Histories, KU Leuven en Abdijmuseum Ten Duinen trachten hier met de steun van het agentschap Onroerend Erfgoed via een syntheseonderzoek een antwoord op te vinden.
Een tweede project situeert zich in Ieper: zes maanden lang onderzocht een team archeologen van het agentschap Onroerend Erfgoed er de middeleeuwse locatie van de leprozerie Hooge Siecken in Ieper. Voor het eerst in Vlaanderen werd een groot deel van zo’n domein opgegraven en krijgen we een beeld van de inrichting voor middeleeuwse ziekenzorg in een Vlaamse grootstad. Genealogen en heemkundigen worden ingeschakeld in het genetisch onderzoek op de aangetroffen skeletten.
Foto © Sophie Legein - gemeente Koksijde
Praktijkvoorbeeld
Onder de radar
In 2019 ontdekte het team van UGent-onderzoeker Wouter Gheyle een unieke reeks luchtfoto’s uit WO II in het Amerikaans Nationaal Archief. 810 Duitse en Amerikaanse luchtfoto’s werden zorgvuldig gedigitaliseerd en gekoppeld aan moderne kaarten. Samen bedekken de foto’s het volledige Limburgse grondgebied en geven ze een beeld van de provincie in haar toenmalige vorm. De onderzoekers sloegen de handen in elkaar met de erfgoedwerkers van de provincie en de IOED’s en roepen burgers op om oorlogsrelicten op de kaart te zetten. Het project versterkt het Limburgse WO II-verhaal, biedt erfgoedliefhebbers de kans om publieksactiviteiten te organiseren en/of eigenaren warm maken voor het behoud en beheer van onroerend erfgoedrelicten uit WO II op hun domein.
Praktijkvoorbeeld
Erfgoed gezocht
Gedetailleerde hoogtekaarten bekomen via de nieuwe LiDAR-techniek (afstandsmetingen met lasertechnologie) maken verborgen archeologie opeens ‘zichtbaar’. Maar omdat het speuren naar erfgoed op die kaarten zo intensief is, riepen de archeologen van de Universiteit Leiden en Erfgoed Gelderland de hulp van het publiek in. Op de website van Universiteit Leiden - Erfgoed Gezocht kan iedereen op hoogtekaarten speuren naar archeologische resten zoals grafheuvels (2800 v.C. - 200 n.C.), Celtic fields of raatakkers (1000 v.C. - 200 n.C.) en houtskoolmeilers (vanaf 1200). De resultaten van dit menselijk speurwerk worden niet alleen opgenomen in het archeologische onderzoek, maar ook in een wetenschappelijke studie naar de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie en het automatisch herkennen van specifieke soorten archeologische structuren door de computer.
Foto © SOLVA
Praktijkvoorbeeld
De fotograaf als archeologische vrijwilliger
Foto’s voor publiekscommunicatie hebben geen registrerende maar een verbeeldende functie en dat geldt zowel voor wat zich onder de grond bevindt, als voor de menselijke activiteiten van de archeologen. Intercommunale SOLVA werkt hiervoor samen met een amateurfotograaf die op elke site langskomt om sfeerfoto’s te nemen. Dat heeft als meerwaarde dat er kwaliteitsvolle foto’s worden genomen maar ook dat ze worden genomen door iemand met de blik van een erfgoedgeïnteresseerde. Het is een vorm van vrijwilligerswerk die in praktijk regiogebonden is en daarom kan ingebed worden in de werking van een IOED of cultureelerfgoedcel.
Wees (co)creatief
Geef erfgoedgemeenschappen een stem in de werking. Actieve betrokkenheid kan je stimuleren met een participatief traject.
Participatie kan op verschillende niveaus
Informatie delen.
Inbreng vragen.
Advies vragen.
Samen denken, doen, beslissen.
Laten doen, denken, beslissen.
Foto © Erfpunt
Praktijkvoorbeeld
PULS
Archeoloog Jeroen Van Vaerenbergh combineert wetenschap, artistieke experimenten en smaak. Als foodarcheoloog vertaalt hij archeologische kennis naar een breed publiek via allerlei smaakvolle interpretaties. De gaten in de archeologische kennis vult hij in alle openheid op met artistieke interpretatie. Voor de kookbundel PULS nodigde de foodarcheoloog dertien inwoners van allerlei landen die deel uitmaken van het voormalig Romeins Rijk uit om een typisch familierecept te delen. Etensresten gevonden in een archeologische waterput in het Waasland vormden de start van een reis doorheen de keukens van landen die ooit één waren binnen het Romeinse Rijk.
PULS werd als bruggenbouwer in erfgoed ook onder de loep genomen. Het artikel Bruggenbouwers: hoe een IOED en een vrouwencentrum elkaars verhalen delen van Herita geeft wat meer inzicht in hoe het project tot stand kwam, wat we er uit geleerd hebben en de tools die anderen kunnen gebruiken.
Praktijkvoorbeeld
Archeologische werkgroep van de Heemkundige Kring Denderland
De vondstverwerking hoeft zich overigens niet te beperken tot recent archeologisch onderzoek: Heemkunde Denderland bewijst dat er duurzaam en divers archeologisch erfgoedwerk kan gebeuren op historische collecties.
In de jaren 1950 werd in Hofstade bij Aalst een Romeinse site opgegraven. 21 onbestudeerde dozen met vondsten lagen jarenlang vergeten op de zolder van het stedelijk museum Aalst, tot de archeologieliefhebbers van Heemkunde Denderland ze 50 jaar later herontdekken. De werkgroep archeologie houdt zich sindsdien vanuit de zolderkamer van het museum bezig met het bestuderen, inventariseren en fotograferen van de hele Hofstade-collectie. Ze werken samen met de universiteiten van Gent en Leuven, opgravingsdienst SOLVA, het stadsarchief en de cultureelerfgoedcel. Het museum schakelt de archeologische expertise van de vrijwilligers in bij activiteiten en tentoonstellingen met een archeologische component.
Foto © Archeoblog Denderland