Vinger aan
de pols

Ursulaschrijn, Hans Memling (1489) - foto © Tom D’haenens

Omdat we de sector zo goed mogelijk willen ondersteunen, houden we voortdurend de vinger aan de pols. Dat doen we door onze huidige werking te evalueren en bij te sturen waar mogelijk. Ontdek in dit hoofdstuk de initiatieven die we namen in 2019.

Evaluaties 2019

Evaluatie Cultureel erfgoed

In 2019 voerden we een evaluatie uit van de subsidieaanvraagronde voor cultureel-erfgoedorganisaties voor de beleidsperiode 2019-2023, die in 2018 plaatsvond. De evaluatie omvat drie deelevaluaties:

  • evaluatie door de beoordelaars, gecoördineerd door de afstemmingscommissie
  • evaluatie door de aanvragers
  • evaluatie door het departement zelf.

Globaal gezien kunnen we concluderen dat het Cultureelerfgoeddecreet en de uitgeschreven procedures een stevige basis vormen voor een kwalitateitsvolle beoordeling. De voorbije ronde verliep positief en resulteerde in een significante financiële inhaalbeweging voor de cultureel-erfgoedsector.

Dat neemt niet weg dat er een aantal belangrijke verbeterpunten zijn, onder meer met betrekking tot nieuwe elementen in het decreet, zoals de afstemming tussen meerdere beoordelingscommissies en de repliek. Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met de plan- en werklast. In de evaluatie formuleerde het departement ook remediëringsvoorstellen.

Bij de opmaak van de nieuwe beleidsnota Cultuur hield minister Jan Jambon rekening met die bevindingen. Zo voorziet hij een aanpassing van het Cultureelerfgoeddecreet, zodat de verbetervoorstellen tegen de volgende erfgoedronde kunnen worden geïmplementeerd.

Evaluatie visitaties van organisaties sociaal-cultureel volwassenenwerk

Tussen april en december 2018 werden de 111 landelijke organisaties voor sociaal-cultureel volwassenenwerk gevisiteerd. De visitaties zijn voor het eerst uitgevoerd volgens het decreet van 7 juli 2017 rond de subsidiëring en erkenning van het sociaal-cultureel volwassenenwerk. De door de Vlaamse Regering aangestelde adviescommissie Sociaal-cultureel Volwassenenwerk werkte in samenspraak met de sector de operationalisering van de evaluatie- en beoordelingsprocedure verder uit in het visitatie- en beoordelingsprotocol. Die commissie heeft ook als taak om het visitatie- en beoordelingsproces te evalueren en te rapporteren. In het Evaluatierapport visitaties 2018 concludeert de adviescommissie dat de visitatieronde haar doelstellingen heeft behaald.

Een stap naar een dynamische en toekomstgerichte werking van gesubsidieerde organisaties

Met de visitaties slaagde men erin om het onderscheid te maken tussen organisaties met een kwalitatief sterke werking en organisaties die niet aan die standaard voldoen. Op basis van het onderliggende beoordelingskader en het visitatie- en beoordelingsprotocol konden de visitatiecommissies grondige, goed onderbouwde en gelijkaardige evaluaties uitvoeren. De gesubsidieerde sociaal-culturele volwassenenorganisaties zijn dankzij dit kader op een deskundige en eerlijke manier geëvalueerd.

Bij het visitatieproces stond het lerende aspect centraal. De organisaties geven aan dat de visitatiegesprekken en de visitatieverslagen, met in totaal 363 bindende aanbevelingen en 818 vrijblijvende verbetersuggesties, hen nieuwe inzichten hebben gegeven over de uitbouw van hun werking. De adviescommissie hoopt dat dit een eerste stap kan zijn naar een dynamische en toekomstgerichte werking van de gesubsidieerde organisaties binnen de sector sociaal-cultureel volwassenenwerk. 

Evaluatie kadervorming

De nieuwe regeling voor kadervormingstrajecten in het jeugdwerk trad op 1 oktober 2015 in werking. Deze regeling beperkte voor verenigingen een aantal vrijheden bij het uitwerken en organiseren van hun kadervorming. Een attestering door de overheid vereist immers dat aan bepaalde algemeen geldende voorwaarden wordt voldaan. Omdat er bij de sector nogal wat onrust ontstond bij de inwerkingtreding van het decreet, gaven we Hogeschool VIVES de opdracht een evaluatieonderzoek te voeren. Dat onderzoek startte in 2015 en werd eind 2018 afgerond. 

Het onderzoek trachtte in kaart te brengen hoe verenigingen de nieuwe regelgeving implementeren, welke sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen ze daarbij ervaren, hoe deelnemers de vernieuwde trajecten ervaren en in welke mate hun competenties worden versterkt na afloop van hun traject.

Na de voorstelling van de onderzoeksresultaten gingen we aan de slag met een werkgroep die bestond uit leden van het departement en van het werkveld. Die werkgroep kwam in totaal zes maal bijeen en hield tussentijds een infomoment, waarop de resultaten van de werkzaamheden werden afgetoetst bij alle geïnteresseerden uit de sector. De gesprekken leidden tot een voorstel voor een aanpassing van het decreet en het uitvoeringsbesluit.

Sociaal charter voor de mediasector

Eind juni 2019 bereikten verschillende belanghebbende partijen uit de Vlaamse mediasector een akkoord over het Sociaal Charter voor de Mediasector. Het charter is een verzameling van engagementen en gedragsregels die in samenspraak met de verschillende partijen uit de mediasector werd samengesteld. Met de ondertekening van het charter geven de ondertekenaars aan dat ze de opgenomen engagementen belangrijk vinden en de naleving ervan zo goed mogelijk willen verzekeren. Het vormt een leidraad voor een leefbare werkomgeving in de Vlaamse mediasector. Meer specifiek komen volgende thema’s erin aan bod: stages, starten in de mediasector, werken in de mediasector, correcte vergoedingen, flexibliteit en arbeidsdruk, veiligheid en welzijn, grensoverschrijdend gedrag, non-discriminatie, intellectuele eigendom en sociaal overleg.

Verder bouwen op Sociaal Charter Audiovisuele Sector uit 2013

Het Sociaal Charter voor de Mediasector is van toepassing op de geschreven pers, de audiovisuele en de online nieuwsmediasector. Het heeft betrekking op de volledige Vlaamse mediasector en de Vlaamse afdelingen van Belgische, buitenlandse of internationale mediabedrijven in Vlaanderen en Brussel.

Het overleg over dit charter werd gefaciliteerd door het kabinet van voormalig minister van Media Sven Gatz en het Departement Cultuur Jeugd en Media. Het charter bouwt verder op en actualiseert het Sociaal Charter Audiovisuele Sector uit 2013. Dat bracht al een positieve tendens teweeg, maar toch was er nood aan een update van de bepalingen en een uitbreiding van het toepassingsgebied. Zowel in de samenleving als in de media zijn er immers tal van invloedrijke (digitale) ontwikkelingen en evoluties. De uitbreiding naar de hele mediasector is ook ingegeven door tendensen als cross-medialiteit en het vervagen van strikte scheidingslijnen tussen de verschillende mediavormen. Het nieuwe charter kent daardoor een ruimer toepassingsgebied en behandelt enkele nieuwe, actuele thema’s, zoals non-discriminatie en grensoverschrijdend gedrag.

Overlegplatform vanaf 2020

De mediasector in Vlaanderen is een dynamische sector, gevoelig aan verschillende trends en evoluties. Een doeltreffend sociaal charter evolueert mee met de snel evoluerende sector en daarom wordt in 2020 een overlegplatform opgericht. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media zal dit overlegplatform vanaf 2020 jaarlijks minstens één keer fysiek samenroepen. Zo krijgen de ondertekenaars de kans om feedback te geven over de toepassing van het charter.

Het overleg over dit charter werd gefaciliteerd door het kabinet van voormalig minister van Media Sven Gatz.

Jeugdwerk voor jongeren in migratie: evolutie in Europese regelgeving

Vanuit het jeugdwerk klonk in het najaar 2015 de roep om acties op te zetten ter ondersteuning van jonge vluchtelingen. Vele jeugdwerkgroepen trokken spontaan naar asielcentra in hun buurt en gingen er aan de slag met kinderen en jongeren. In april 2016 ontstond uit de Vlaamse jeugdsector het project WereldSpelers - jeugdwerk zonder grenzen.

Bijdrage aan verschillende onderzoeken rond jongeren in migratie

Het Departement Cultuur, Jeugd en Media gaf het project WereldSpelers - GloBall mee stem in Europa en verzamelde mee kennis en inzichten. Zo vermeldde Minne Huysmans (VUB) ons in zijn onderzoek over jonge nieuwkomers in de stad en de rol van jeugdwerk:

“Er is een sterke nood aan een shift in de benadering van jonge nieuwkomers als vluchteling naar een benadering van jonge nieuwkomers als jongeren. Een benadering die heel dicht komt bij de rol die het jeugdwerk opneemt en speelt in het leven van deze jongeren.”

Daarnaast voerden onderzoekers van de Universiteit Gent in opdracht van het Departement Cultuur, Jeugd en Media een onderzoek naar de vrije tijd van jongeren in migratie. Dat onderzoek brengt in beeld hoe jongeren uit onthaalklassen (OKAN-onderwijs) vrije tijd, vrijetijdsbesteding en drempels voor een kwaliteitsvolle vrijetijdsbesteding ervaren. Op 1 oktober 2019 werden de onderzoeksresultaten in Brussel voorgesteld. Uit het rapport kwamen verschillende aanbevelingen, die met de verschillende betrokken sectoren werden besproken en verfijnd.

De rol van jeugdwerk voor jongeren in migratie

Via Europese expertgroepen, workshops en conferenties kregen jonge vluchtelingen, asielzoekers en nieuwkomers een stem. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media werkte mee aan de redactie van onderstaande raadsconclusies (EU) en de aanbeveling van de Raad van Europa.

De EU Raad nam in december 2018 conclusies aan rond de rol van jeugdwerk in migratie- en vluchtelingenaangelegenheden. We lezen daarin onder andere het volgende:

“Participeren aan activiteiten en projecten in jeugdwerk en ze mee vormgeven vergroot de vaardigheden, bekwaamheden en capaciteiten van alle betrokken actoren: de jongeren, met inbegrip van jonge vluchtelingen en andere onderdanen van derde landen, en de jeugdwerkers.”

In de Raad van Europa wil het Comité van Ministers met zijn aanbeveling over de steun aan jonge vluchtelingen in de overgang naar volwassenheid de lidstaten wijzen op de erkenning en ondersteuning van de rol van jeugdwerk. Deze aanbeveling probeert het draagvlak voor de inzet van jeugdwerk naar heel Europa te verbreden.

Ontdek de onderzoeksresultaten in de publicatie Vrije tijd van jongeren in migratie

Topstukken en een sleutelwerk uit de collectie Matthys-Colle

In 2019 kocht de Vlaamse overheid een aantal werken via het Topstukkenfonds en met middelen van de Collectie van de Vlaamse Gemeenschap. Van 16de-eeuwse beeldengroepen tot een popartwerk van Tom Wesselmann.

Aankoop van nieuwe topstukken

Tussen december 2018 en december 2019 verwierf de Vlaamse overheid via het Topstukkenfonds drie uitzonderlijke schetsboekjes van de 17de-eeuwse beeldhouwer Pieter Verbruggen de Jonge en twee unieke 16de-eeuwse, eikenhouten beeldengroepen van de Leuvense kunstenaar Hendrik Roesen. Zowel de handschriften als beeldengroepen werden omwille van hun uniciteit en onmisbaarheid beschermd als topstukken en opgenomen op de Topstukkenlijst.

Schetsboeken van Pieter Verbruggen de Jonge

De drie schetsboekjes in zakformaat van de hand van de Antwerpse beeldhouwer Pieter Verbruggen de Jonge tonen uitzonderlijke schetsen van gebouwen en beeldhouwwerken die de kunstenaar tijdens zijn verblijf in Rome tussen 1674 en 1677 maakte. De boekjes zijn de enige originele, nog in Vlaanderen bewaarde exemplaren van zulke schetsboeken van een beeldhouwer en zijn ook op internationaal vlak heel uitzonderlijk.

Ruiterfragmenten van Hendrik Roesen

De eikenhouten ruiterfragmenten van de Leuvense beeldhouwer Hendrik Roesen tonen telkens twee ruiters te paard in profiel. Hoogstwaarschijnlijk flankeerden de beide ruiterfragmenten een centrale kruisigingsscène, als onderdeel van een groot monumentaal Passieretabel. De houten beeldengroepen stammen uit ca. 1520.

Topstukkenfonds

De aankopen van deze topstukken gebeurde via het Topstukkenfonds, een fonds dat opgericht werd binnen het Topstukkendecreet en dat gebruikt wordt om de aankoop en restauratie van topstukken mogelijk te maken.

De Topstukken werden in langdurige bewaring gegeven aan publieke instellingen. De schetsboeken vonden een thuis in Museum Plantin-Moretus in Antwerpen. De beeldengroepen kregen een plaats in Museum M in Leuven. De kunstwerken vormen telkens mooie aanvullingen voor deze collecties, waar de werken in goede omstandigheden worden bewaard en ontsloten.

Topwerk van de Amerikaanse popart uit de collectie Matthys-Colle

Naar aanleiding van een langdurige bruikleen van de Matthys–Colle collectie aan het S.M.A.K kocht de Vlaamse overheid eind 2019 een sleutelwerk uit de collectie: Great American Nude nr. 45 van Tom Wesselmann. Het werk maakt samen met de kunstwerken uit de stichting Matthys-Colle deel uit van de collectie van het S.M.A.K. Gent. Op die manier kan het museum sindsdien een volwaardig overzicht bieden van de internationale popart in de jaren ’60.

In Vlaanderen werd altijd al veel verzameld, maar tegenwoordig vloeien er weinig kunstverzamelingen naar de musea. Dit omdat de meeste instellingen niet beschikken over de nodige infrastructuur om privécollecties op de juiste manier op te vangen. Beter uitgebouwde musea kunnen door samenwerkingen met privéverzamelingen streven naar schaalvergroting en een grotere expertise. Dat biedt hen ook de mogelijkheid om verder een internationale rol op te nemen. Een samenwerking tussen het S.M.A.K. en de stichting van de Gentse kunstverzamelaar Roger Matthys (1920 – 2016) zorgde alvast voor stappen in de goede richting.

Popartwerk Great American Nude nr. 45 van Wesselmann aangekocht als topstuk

Roger Matthys was een belangrijk figuur voor de Belgische kunstwereld. Hij was in 1957 stichtend lid van de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst in Gent maar werd in 1974 ook voorzitter en stond daarmee aan de wieg van wat vandaag het S.M.A.K. is. Doorheen zijn leven bouwde hij samen met zijn vrouw Hilda Colle een privécollectie op, die de periode 1960 - 1990 overspant, gaande van popart over concept en minimal tot Gilbert & George, Thomas Schütte en Franz West.

Naar wens van Roger Matthys beslisten de erfgenamen om een kerncollectie van veertig werken in te brengen in een stichting. De bedoeling was om hiermee de meest waardevolle en representatieve werken uit de collectie Matthys-Colle te ontsluiten voor een groter publiek. In het kader van een publiek-private samenwerking kocht de Vlaamse overheid eind 2019 een sleutelwerk uit de verzameling. Dat werk is Nr. 45, uit de vroege reeks Great American Nudes van Tom Wesselmann. De reeks behoort tot zijn bekendste werken en is een iconisch model van de assemblagekunst, met een scherp gevoel voor de Amerikaanse volkscultuur en de kracht van beeldtaal.

Collectie Matthys-Colle in bruikleen in S.M.A.K.

Het werk van Tom Wesselmann is sindsdien, samen met de kerncollectie Matthys-Colle, in langdurige bruikleen in het S.M.A.K. Met kunstenaars zoals Andy Warhol, Roy Lichtenstein, Cy Twombly, Claes Oldenburg en Domenico Gnoli vulde deze collectie een belangrijk hiaat op binnen de Vlaamse publieke collecties voor de periode tussen 1960 en 1970. Dankzij deze belangrijke aanwinst en de werken in langdurige bruikleen heeft S.M.A.K. nu de meest representatieve collectie internationale popart. De collectie Matthys-Colle en de collectie popart van het S.M.A.K. vormen samen een uniek en hoogwaardig geheel dat andere ensembles van Marcel Broodthaers, Panamarenko, de popart van Paul Van Hoeydonck, Roger Raveel en Raoul De Keyser omkadert. Naast de internationale popart wordt de collectie van het S.M.A.K. versterkt met topwerken van Gilbert & George, Bruce Nauman, Thomas Schütte en Franz West.