Internationaal

Het Europese niveau speelt een belangrijke rol in de werking en het beleid van het departement. Zo onderhandelden we mee over de Europese programma’s en pasten we ons aan aan de vernieuwde Europese regelgevingen. Ontdek er alles over in dit hoofdstuk.

Leesvoer: de geschiedenis van jeugdwerk in Europa volume 7 

Mede onder impuls van het Departement Cultuur, Jeugd en Media wordt sinds twaalf jaar de Geschiedenis van jeugdwerk in Europa en daarbuiten verkend. Dat boekproject is ontstaan in samenwerking met het Jeugdpartnerschap tussen de EU en de Raad van Europa en  heeft heel wat mensen aangemoedigd om mee na te denken over de oorsprong en wortels van het jeugdwerk in Europa. 

Volume 7 is net uit en bestaat uit drie delen. Het eerste deel staat stil bij de evolutie van transnationale jeugdorganisaties en bewegingen in de afgelopen honderd jaar. Het tweede deel voegt nog twee landenverhalen over jeugdwerk toe aan het geheel van kennis dat al in eerdere delen van de serie is vastgelegd. Het derde en laatste deel focust op twaalf trilemma's en reflecties die zijn voortgekomen uit het project zelf, dat al meer dan tien jaar bestaat.

Onderhandelingen nieuwe Europese Programma’s 2021-2027

Het afgelopen jaar werden de onderhandelingen opgestart over de programma’s 2021-2027 van Erasmus+, Europees Solidariteitskorps, Creative Europe en Europa voor de Burger. De betrokkenen op Europees niveau bereikten al een overeenkomst over de doelstellingen, de structuur en de uitwerking. In 2020 gaan deze onderhandelingen verder.

De onderhandelingen over de programma's  Erasmus+, Europees Solidariteitskorps, Creative Europe en Europa voor de Burger voor de periode 2021-2027 vinden plaats tussen het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. Een derde partij - de Europese Commissie – ondersteunt die onderhandelingen door compromissen ter bespreking voor te stellen aan de twee andere instellingen. Aangezien de onderhandelingen tussen deze drie partijen lopen, spreekt men van trilogen.

De trilogen hebben dus als doel vorm te geven aan de toekomstige Europese jeugdprogramma’s, het Creative Europe- en het burgerschapsprogramma. Daarbij nemen zowel de Raad als het Europees Parlement de rol van Europese wetgevers op.

Onderhandelingen over programma’s Erasmus+ en Europees Solidariteitskorps op kruissnelheid

De onderhandelingen over de jeugdprogramma’s raakten in 2019 op kruissnelheid. Eerst kwamen de lidstaten van de Raad Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport tot een voorbereidende overeenkomst in november 2018.

Daarna vonden er tussen oktober 2019 en januari 2020 drie trilogen plaats. Tijdens die intensieve gesprekken bereikten de partijen een overeenkomst over de technische aspecten van de programma’s: doelstellingen, structuur en uitwerking. Op dat vlak zien we een evolutie in benadering. Er is weliswaar een sterke gelijkenis met de huidige programma’s van Erasmus+ (2014-2020) en het Europees Solidariteitskorps (2018-2020), maar het korps krijgt wel een nieuw humanitair luik. Zo kunnen jongeren deelnemen aan humanitaire burgerlijke acties om gemeenschappen te ondersteunen die door een natuurlijke of door de mens veroorzaakte ramp getroffen worden. Daarnaast zetten de toekomstige programma’s extra in op inclusiviteit en maatschappelijke betrokkenheid.

Aanpassing Creatief Europa-programma

Het toekomstige Creative Europe-programma 2021-2027, waarover al sinds 2018 onderhandeld wordt, zou over het algemeen in lijn zijn met de huidige overeenkomst. Ook hier gaat het om een evolutie. De gesprekken lopen echter moeilijk. Vlaanderen streeft in de nieuwe tekst naar het behoud van het programmacomité dat mee het jaarlijkse programma goedkeurt en het schrappen van de adnominatimsubsidiëringen van het Jeugdorkest van de Europese Unie en van de Europese Filmacademie. De Vlaamse visie stemt overeen met die van de Franstalige en Duitstalige gemeenschap en werd opgenomen in het standpunt van de Raad, dat in december 2018 onder Oostenrijks voorzitterschap tot stand is gekomen.

Sinds januari 2020 verlopen de besprekingen moeizaam omdat er zich op Europees niveau belangrijke politieke en budgettaire keuzes aandienen, onder andere door de Brexit-impact. Via informele kanalen zoekt men nu naar een uitweg om de onderhandelingen opnieuw op snelheid te krijgen.

Impact van Europese regelgeving op de werking van het departement

Hoe organiseren we ons en welke resultaten boeken we?  

Europese regels vinden steeds sneller de weg naar het regionale niveau en hebben ook een invloed op het Departement Cultuur, Jeugd en Media. Op de eerste plaats gaat het om de regels rond staatssteun, waarvoor het departement in 2019 een intern beleid uitwerkte door mensen aan te duiden die de desbetreffende regels opvolgen. Wegens de mogelijke verstoring van de mededinging op de Europese markt is staatssteun in principe verboden. Er gelden echter vele uitzonderingen op het staatssteunverbod.

In 2014 werd een groepsvrijstellingsverordening in het leven geroepen. Die kent vereenvoudigde regels toe aan bepaalde domeinen, waaronder cultuur, wanneer aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De EU volgt de naleving van dergelijke regelgeving echter steeds strenger op. Daardoor moet het departement zich ook wendbaar opstellen, zodat de dienstverlening naar de sector niet in het gedrang komt.

Bovendien is de EU ook bezig met het consulteren van de lidstaten in het kader van nieuwe regelgeving. Het zal nog even duren voor de debatten plaatsvinden, maar het blijft belangrijk om het speciale regime voor cultuur, zoals het al bestond, nauwgezet te volgen. De EU moet immers ook in de toekomst oog hebben voor de speciale status die cultuur geniet, opdat de culturele rijkdom zich kan blijven ontwikkelen.

Informatieveiligheidscel rond GDPR-regelgeving

Ook de GDPR-regelgeving, die beperkingen stelt aan de wijze en inhoud van informatie die gedeeld kan worden, heeft een invloed op het departement. Binnen het culturele en wetenschappelijke veld is kennisdeling immers van onontbeerlijk belang. Binnen het departement volgen we deze regels dan ook goed op zodat de samenwerking met de sector niet in het gedrang komt, zonder dat we de GDPR-verplichtingen uit het oog verliezen. Daarvoor stelden we een data protection officer (DPO) aan en richtten we een informatieveiligheidscel op. Ook samenwerking met andere Vlaamse entiteiten (andere overheidsinstanties, Vlaamse Toezichtscommissie, ...) is cruciaal voor een goede werking. Zo melden we incidenten die aan bepaalde voorwaarden voldoen, steeds aan de juiste autoriteit. Verder sluiten we ook samenwerkingsovereenkomsten of protocollen met de nodige instanties opdat gegevensdeling mogelijk blijft. Daarbij nemen we steeds de toepasselijke regels in acht.

foto © Hoge Rielen

De Hoge Rielen krijgt Europees kwaliteitslabel voor jeugdcentra

De Joint Council on Youth van de Raad van Europa kende in oktober 2019 het kwaliteitslabel voor jeugdcentra toe aan De Hoge Rielen voor de periode 2020-2022. Het is daarmee het tweede jeugdcentrum in België dat het label ontvangt, na Destelheide in 2016. Beide centra zijn eigendom van de Vlaamse overheid.

Het kwaliteitslabel van de Raad van Europa en het Europees platform van jeugdcentra staan voor: 

  • een kans voor bestaande of geplande jeugdcentra om in te tekenen op de waarden en prioriteiten van het jeugdbeleid van de Raad van Europa
  • een middel om kwaliteitsontwikkeling bij jeugdcentra te stimuleren op basis van vastgestelde normen binnen de jeugdsector van de Raad van Europa
  • een mogelijkheid om internationale netwerken op te bouwen en uitwisselingen op te zetten tussen residentiële educatieve jeugdcentra en hun stakeholders
  • een mechanisme om kwaliteitsnormen in het (internationaal) jeugdwerk te promoten. 

“We zijn uiteraard heel trots op deze onderscheiding. We hopen dat we dankzij dit label de kwaliteiten en de educatieve werking van De Hoge Rielen nog meer in de verf kunnen zetten.”

Bert Mellebeek, directeur van De Hoge Rielen