Innoveren

Torpedo - Foto © Kobe Vansteenberghe

De wereld veranderde nog nooit zo snel als vandaag. Als departement vinden we het belangrijk om te innoveren op verschillende vlakken. Enerzijds zetten we verdere stappen in de digitalisering van onze werking, anderzijds zorgden we voor nieuwe systemen en diensten voor de burger.

Nieuw classificatiesysteem voor films: Kijkwijzer

Het Departement Cultuur, Jeugd en Media werkte in 2019 mee aan de hervorming van de filmkeuring. Sinds 8 januari 2020 is er een nieuwe classificatie voor films die in Belgische bioscopen worden vertoond. De Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap evenals de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie kwamen overeen om het bestaande Nederlandse classificatiesysteem Kijkwijzer te gebruiken. Voor de Frans- en Duitstaligen in België zal het systeem bekend staan onder de naam Cinecheck.

Het nieuwe classificatiesysteem omvat zes inhoudspictogrammen (geweld, angst, seks, discriminatie, drugs- en/of alcoholmisbruik en grof taalgebruik) en zeven leeftijdscategorieën (alle leeftijden, vanaf zes jaar, vanaf negen jaar, vanaf twaalf jaar, vanaf veertien jaar, vanaf zestien jaar en vanaf achttien jaar). 

Aanbevelingssysteem voor ouders en kinderen

Kijkwijzer vormt voor ouders, begeleiders en kinderen een leidraad bij het kiezen van een bioscoopfilm, zodat ze niet voor onaangename verassingen komen te staan. Het is niet langer een controlesysteem dat toegang van minderjarigen tot bioscopen weigert, maar een aanbeveling die op ieders verantwoordelijkheidszin rekent: die van de filmsector, van de ouders of begeleiders en van de jongeren zelf. 

De regelgeving is van toepassing op alle films die sinds 8 januari 2020 voor het eerst in een Belgische bioscoop worden uitgezonden, met uitzondering van vertoningen op festivals. 

Automatische classificatie 

Concreet moet de filmdistributeur een vragenlijst invullen over de inhoud van zijn film. Afhankelijk van de antwoorden wijst het Kijkwijzersysteem de film automatisch een leeftijdscategorie en mogelijks één of meer inhoudscategorieën toe. Distributeurs en exploitanten zijn vervolgens verplicht om de pictogrammen te vermelden op het informatie- en promotiemateriaal. Wie het niet eens is met de uiteindelijke classificatie, kan daarover een klacht indienen. 

Waarom een nieuw systeem?

De oude wet van 1 september 1920 wordt sinds enige tijd als achterhaald, onaangepast en onuitvoerbaar beschouwd. Voorheen werden films geclassificeerd als kinderen niet toegelaten (verboden tot zestien jaar) of kinderen toegelaten. Daarnaast is de leeftijd van de kijker(s) moeilijk te controleren bij de aankoop van bioscooptickets via het internet en via automatische kiosken, en is de wijze van mediaconsumptie door de jaren heen ook sterk geëvolueerd. Bovendien bood de regeling erg weinig informatie aan de filmkijker, bijvoorbeeld waarom films verboden worden onder de zestien, en droeg het systeem niet bij tot het versterken van mediacompetenties.

Er werd een nationale communicatiecampagne gelanceerd om het grote publiek op de hoogte te brengen van het nieuwe classificatiesysteem.

Alle informatie over de films en hun pictogrammen is beschikbaar op www.kijkwijzer.be.

Kunst Aan Zet

Een kunstwerk in huis halen is niet voor iedereen even betaalbaar. Daarom werd Kunst Aan Zet gelanceerd, een renteloze kunstlezing waarmee je een werk van een kunstenaar in Vlaanderen of Brussel kunt aankopen.

Kunst Aan Zet is een initiatief dat kadert in de conceptnota ‘Een langetermijnvisie voor aanvullende financiering en ondernemerschap in de Vlaamse cultuursector’. Het is een renteloze kunstlening van vijfhonderd tot maximaal zevenduizend euro met een aflossingstermijn van maximaal twee jaar. Met die lening kan je een kunstwerk aankopen van een kunstenaar die in Vlaanderen of Brussel woont en werkt. Kunst Aan Zet geldt zowel voor beeldende als voor toegepaste kunsten. Het kunstwerk kan een uniek werk zijn of een werk in kleine oplage. 

Stimuleren van galerijbezoeken en ondersteunen van beeldende kunstenaars

Met Kunst Aan Zet krijgen meer kunstfans de kans om een kunstwerk in huis te halen en stijgen tegelijkertijd de inkomsten voor kunstenaars. De Vlaamse overheid wil op die manier meer mensen aansporen galerijen te bezoeken en actuele kunst te ontdekken, en eventueel ook echt een werk te kopen. Het doel is niet alleen een verjonging, maar ook een verbreding van het publiek. 

Uit het onderzoek Loont passie? Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen bleek dat van alle kunstenaars de beeldende kunstenaars het minst verdienen. Om de verkoop van beeldende kunst in Vlaanderen verder te stimuleren en de positie van beeldende kunstenaars enigszins te verbeteren, werd het concept van een Vlaamse kunstkoopregeling uitgewerkt.  

Vlaamse tegenhanger van Nederlands succesverhaal

De kunstkoopregeling bestond al enige tijd in Nederland en kende daar succes. Al enkele jaren ijverde de vereniging van Belgische galeries (BUP) voor een Vlaamse tegenhanger. Daarom startte het departement in 2017 met de ontwikkeling van het concept en bracht het enkele stakeholders samen. Kunst in Huis werd geselecteerd om het concept verder uit te werken en de coördinatie en de promotie op zich te nemen. Daarnaast selecteerde de Vlaamse overheid Hefboom, een kredietverstrekker, om op te treden als financiële partner. Zij behandelen en screenen de aangevraagde leningen en zorgen voor de financiële afhandeling van dit instrument. 

In september 2019 was het uiteindelijk zover: men kon de eerste kunstwerken aankopen, bij een twintigtal geselecteerde galerijen in Vlaanderen en Brussel. Na een eerste evaluatie van het project zal het aanbod in 2020 verder uitgebreid worden.  

Digitale beleving Sint-Pieterskerk - Foto © Stad Leuven

Digitalisering van onze werking

Het departement rolde in 2019 de digitalisering van zijn dossierstromen verder uit. Een grote inspanning, gezien het hoge aantal subsidielijnen. Begin 2019 was bijna de helft (54) van de ongeveer 120 dossierlijnen die starten met een aanvraag, beschikbaar via KIOSK. Tegen eind 2019 was dat ongeveer twee derde (72). In absolute cijfers verwerkte het departement in 2018 5.010 dossiers op digitale wijze; in 2019 is dat aantal gestegen tot 6.383.

Bij de digitalisering geven we voorrang aan die subsidielijnen waarvoor er jaarlijks heel wat aanvragen binnenlopen. Wijzigingen in de regelgeving vormen een ideale gelegenheid om de bijhorende (aanvraag-)dossiers digitaal te behandelen.

Verbetersuggesties voor KIOSK

Daarnaast streven we bij het digitaliseren van dossierstromen ook voortdurend naar een kwaliteitsverbetering. Zo gingen we in 2019 op een structurele manier aan de slag met de feedback van gebruikers en hun vertegenwoordigers. Dat gebeurde via vaste overlegmomenten op het sectoraal overleg, maar ook door (vertegenwoordigers van) eindgebruikers meer en actiever te betrekken bij testfases. Zo verwerkten we de feedback - 148 kleinere en grotere verbetersuggesties - om de configuratie van dossiertypes in KIOSK beter op de noden van gebruikers af te stemmen. Dat leidde tot aanpassingen, bugfixes en functionele verbeteringen aan de diverse toepassingen die samen de digitale dossieropvolging verzorgen.

Uiteraard is dit geen afgerond verhaal. We werken voortdurend aan het up-to-date houden of upgraden van de vele toepassingen achter ons e-loket en onze datawebsites. Waar mogelijk of noodzakelijk kunnen we zo aansluiten op elementen van informatiearchitectuur die over de hele Vlaamse overheid worden uitgerold. Een aansluiting op dergelijke generieke bouwstenen is in volle voorbereiding. Dat zal de volgende jaren tot grote zichtbare verbeteringen leiden, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid om in te loggen via E-ID of itsme, of de integratie van de dienstverlening van het departement in het Ondernemersloket en Mijn Burgerprofiel.

We werkten in 2019 ook aan de dataregistratie- en dataontsluitingstools zoals SISCA en CCinC, waar een grondige evaluatie van gebruiksvriendelijkheid en inhoudelijke relevantie in voorbereiding is. Die zal in 2020 tot concrete aanpassingen leiden.

Voorbereiding protocol datagebruik

Tot slot startten we in 2019 met de voorbereidingen voor een protocol rond datagebruik. In de loop van 2020 willen we, na een gedegen consultatie van gebruikers van digitale dossiertoepassingen en registratietools, eenduidig en op high level kunnen aangeven wie welke gegevens - beschikbaar uit dossierbehandeling en/of monitoring - waarvoor kan gebruiken. Dat overzicht zal ook verduidelijken hoe we die gegevens al dan niet verder kunnen ontsluiten, en welke duiding en kwaliteitsnormen er daarvoor minimaal nodig zijn.