Foto © Creatief Schrijven
7. Reflectie
Terugblikken, onderzoeken en evalueren zijn essentieel om beleidsaspecten te verbeteren. Zo maakten we de balans op van een aantal langlopende beleidsinitiatieven en rondden we twee onderzoekstrajecten af. En door een samenwerking met twee nieuwe kenniscentra blijven we de komende jaren verzekerd van wetenschappelijk onderbouwd beleid.
7.1 Twintig jaar topstukken: verschillende initiatieven zetten het Topstukkendecreet in de kijker
In 2023 vierden we de 20ste verjaardag van het Topstukkendecreet. Die wetgeving zorgt ervoor dat we ons belangrijkste roerend cultureel erfgoed - onze topstukken - binnen Vlaanderen houden, beschermen en in goede staat bewaren. Twee decennia beleid, dat mochten we niet geruisloos voorbij laten gaan. Daarom zetten we een aantal opmerkelijke initiatieven op touw: een topstukkententoonstelling, een topstukkenfilmpje, een topstukkentijdschrift en nog veel meer. Kortom, 2023 ademde topstukken.
Twintig jaar in een notendop
Topstukken zijn voorwerpen of verzamelingen (schilderijen, beelden, boeken, landbouwvoertuigen enzovoort) die ‘zeldzaam en onmisbaar’ zijn. De voorbije twintig jaar beschermden de verschillende ministers van Cultuur zo’n 1.166 cultuurgoederen definitief als topstuk. Al die topstukken zijn opgenomen op de Topstukkenlijst en worden ontsloten via de Topstukkendatabank.
Dankzij het Topstukkendecreet konden in die periode ook nog eens 35 topstukken worden aangekocht voor de Collectie Vlaamse Gemeenschap, om ze daarna in musea aan het brede publiek te tonen. We begeleidden en subsidieerden talloze conservatie- en restauratieprojecten, lieten de bewaaromstandigheden van een groot aantal topstukken onderzoeken en ontwierpen een subsidiereglement om die bewaaromstandigheden te verbeteren. Niet alleen de ministers van Cultuur, maar ook de Topstukkenraad en ons departement waren en zijn spilfiguren in dit beleid.
Foto © M Leuven
Topstukkententoonstelling ’Zeldzaam & Onmisbaar. Topstukken uit Vlaamse collecties’ in Museum aan de Stroom in Antwerpen
Van 31 oktober 2023 tot 25 februari 2024 konden bezoekers van het MAS een selectie bekende en onbekende topstukken uit publieke en private collecties bewonderen. Die topstukken werden voor de eerste keer van over heel Vlaanderen samengebracht. De tentoonstelling kwam tot stand via een samenwerking tussen ons departement, de stad Antwerpen, het MAS en Event Flanders. Met 25.000 bezoekers in de eerste maand was het enthousiasme voor de tentoonstelling bijzonder groot.
Introductiefilm Topstukkenbeleid
Ter ere van deze verjaardag van het Topstukkendecreet doorkruisten we samen met een filmploeg heel Vlaanderen om de beheerders van een aantal topstukken te interviewen. Het filmpje brengt de topstukken in beeld en vormt tegelijk een laagdrempelige introductie op het topstukkenbeleid en de wetgeving.
Speciale editie van het tijdschrift Openbaar Kunstbezit Vlaanderen (OKV)
Samen met OKV maakten we de publicatie Zeldzaam & Onmisbaar. Twintig jaar Topstukkendecreet, die gratis te bestellen en online te lezen is. De publicatie biedt een unieke blik achter de schermen van het Topstukkendecreet. Wanneer is een kunstwerk een topstuk? Waarom koopt Vlaanderen topstukken aan? Hoe worden topstukken gerestaureerd?
1.000 topstukken: communicatiecampagne Museumpass
De topstukkententoonstelling van het MAS toont slechts een kleine selectie topstukken. Er zijn in Vlaanderen nog zoveel andere topstukken te ontdekken. Naar aanleiding van het twintigjarige bestaan van het Topstukkendecreet zetten verschillende erfgoedorganisaties ook hún topstukken in de kijker. Er kwam een speciale affiche, er werden topstukkenroutes per provincie uitgestippeld en het Treurend ouderpaar van Kathe Kollwitz schopte het dankzij een Radio 2-wedstrijd tot ’strafste topstuk’.
Topstukkenlijst blijft groeien
De Vlaamse overheid kocht begin 2023 een uniek zilveren Brussels toiletensemble uit het begin van de 18de eeuw aan voor een bedrag van 180.000 euro. Dankzij de gegraveerde spiegelmonogrammen van de edelsmeden en de eigenaarsinitialen weten we wie de achtereenvolgende eigenaars zijn. Dat de set als geheel bewaard bleef en de borstels nog in originele staat zijn, is uitzonderlijk. De set werd in langdurige bruikleen gegeven aan DIVA, het Museum voor diamant, juwelen en zilver in Antwerpen.
Voor de tweede aankoop van 2023 betaalde de Vlaamse overheid een bedrag van 310.000 euro voor Portret van een jonge vrouw met haar hond. Het werk was in het bezit van een Belgische privéverzamelaar. Het schilderij op paneel is toegeschreven aan Catharina van Hemessen, de vroegste Zuid-Nederlandse vrouwelijke schilder van wie verifieerbaar werk bewaard is gebleven. Het zou het enige portret van Catharina van Hemessen in Vlaanderen zijn.
Los van deze aankopen werden er vorig jaar 130 topstukken definitief opgenomen in de Topstukkenlijst: 23 verzamelingen en 107 voorwerpen.
Het topstukkenjaar 2023 vertaalde zich tot slot ook in een groeiend aantal bezoekers van de Topstukkendatabank. Verder werden 245 topstukken die op de Topstukkenlijst staan via het GIVE-project door meemoo gedigitaliseerd. Zo bestaat er nu ook een hoogwaardige digitale kopie van die werken.
OPENDOEK - The Beauty Queen - Toneel Tijl - Foto © Geert De Mesmaeker
BREEDBEELD - Foto © Eva Donckers
7.2 Talentontwikkeling vormt rode draad in nieuw amateurkunstenbeleid
Amateurkunsten zijn levend en geliefd bij de Vlaming en verdienen daarom bijzondere beleidsaandacht. Die ging de afgelopen drie jaar naar talentontwikkeling bij amateurkunstenaars en amateurkunstengroepen: zij konden via een tijdelijk subsidiereglement ondersteuning vragen om hun artistieke of omkaderende competenties een boost te geven. Het reglement werd opgeheven, maar talentontwikkeling blijft een van de krachtlijnen in het nieuwe Amateurkunstendecreet.
Ondersteuning van talentontwikkeling kent groot succes
In de zomer van 2021 lanceerde het Departement Cultuur, Jeugd en Media een nieuwe, tijdelijke subsidielijn om talentontwikkeling in de amateurkunstensector aan te moedigen. Vijf opeenvolgende oproepen, verspreid over drie jaar, resulteerden in meer dan 700 subsidieaanvragen en 353 goedgekeurde projecten, goed voor een totale subsidie van 1.823.259 euro. Daarmee konden amateurkunstenaars en amateurkunstengroepen hun artistieke talenten aanscherpen, maar ook ondersteunende vaardigheden, zoals promotie- en publiekswerking, bijschaven.
Het reglement was een groot succes en legde de noden in de sector bloot. Zo blijken heel wat amateurkunstenaars behoefte te hebben aan professionele ondersteuning en coaching om zich verder te kunnen ontwikkelen. Opvallend is het grote aantal muzikanten en muziekgroepen dat zijn kans waagde. Vaak wilden zij onder professionele begeleiding een (eerste) album of EP opnemen en uitbrengen. Maar ook uit de andere kunstdisciplines kwamen aanvragen binnen, met een quasi gelijke spreiding over beeldende kunsten, schrijven en woord, koor- en instrumentale muziek, theater, foto en film en dans. Zo bleken schrijfcoaches, dirigenten en zang- en danscoaches zeer gegeerd om de artistieke vaardigheden van amateurkunstenaars naar een hoger niveau te tillen.
VIBE - Loof - Foto © Silke Vanweddingen
Nieuw Amateurkunstendecreet krijgt vorm
In 2023 werkten we verder aan het nieuwe Amateurkunstendecreet. Met dit nieuwe beleidskader willen we de tendensen in de sector en de noden bij een alsmaar groeiend aantal amateurkunstenaars, amateurkunstengroepen en -organisaties beter vatten. Na meer dan 20 jaar – het huidige decreet dateert van 2000 – was een actualisering broodnodig.
Met de nieuwe regelgeving streven we naar een kwaliteitsvol, dynamisch en divers amateurkunstenlandschap. Het decreet telt vijf subsidie-instrumenten, waarmee we de brede groep amateurkunstenaars in Vlaanderen naar waarde willen schatten en zichtbaarheid geven:
- Werkingssubsidies voor koepelorganisaties voor amateurkunsten
- Meerjarige subsidies voor amateurkunstengroepen
- Tussenkomsten voor deelname aan een buitenlands initiatief
- Subsidies voor internationale projecten
- Erkenning van en tussenkomsten voor Internationale Ambassadeurs Amateurkunsten
Koor&Stem Singing Brussels - Foto © Karel de Puysseleir
Blijvende focus op talentontwikkeling
Talentontwikkeling loopt als een rode draad doorheen het nieuwe decreet. Zo blijven we de samenwerking met het deeltijds kunstonderwijs en de professionele kunsten stimuleren en zetten we verder in op internationale uitwisseling. Beide vormen immers een belangrijke stimulans voor de artistieke ontwikkeling van kunstbeoefenaars. Ook het internationale aspect zit sterk in het decreet ingebed. In de praktijk zien we dat het voor amateurkunstenaars verrijkend is om zich op internationale podia en fora te kunnen tonen. Door hen voldoende kansen te geven om naar het buitenland te gaan, zetten we de Vlaamse amateurkunsten internationaal nog meer op de kaart.
Ook in de kernopdrachten voor de negen koepelorganisaties voor amateurkunsten is talentontwikkeling sterk aanwezig: OPENDOEK, Danspunt, Creatief Schrijven, VLAMO, Kunstwerkt, BREEDBEELD, VI.BE, Koor&Stem, Muziekmozaïek. Nieuw is dat ze de opdracht krijgen om zelf een instrument te ontwikkelen dat amateurkunstenaars en amateurkunstengroepen (financiële) impulsen geeft voor hun groei en talentontwikkeling.
Het nieuwe Amateurkunstendecreet treedt in werking op 1 januari 2025. In dat jaar zullen ook de eerste subsidierondes plaatsvinden.
Kunstwerkt - Foto © Tijs Soete
7.3 Beurzen voor het doorgeven van vakmanschap houden immaterieel erfgoed levend
In 2023 trok de Vlaamse minister van Cultuur 575.885 euro uit om 23 beurzen toe te kennen voor het doorgeven van vakmanschap in meester-leerlingtrajecten. Zo worden kennis en vaardigheden doorgegeven aan het talent van de toekomst en gaan deze immateriële schatten niet verloren.
De meester-leerlingbeurzen passen in het beleid rond immaterieel erfgoed, het niet-tastbaar erfgoed dat in de hoofden en handen van mensen leeft. Immaterieel erfgoed is niet alleen waardevol, maar ook uiterst kwetsbaar. Zo kan vakmanschap alleen levend worden gehouden door het over te dragen aan volgende generaties.
Intensieve samenwerking tussen meester en leerling
Met de uitreiking van de beurzen wil de minister vaklui de kans geven om gedurende een langere periode - een paar maanden tot twee jaar - intensief samen te werken met een of meer leerlingen die bij hen in de leer gaan. Meester en leerling(en) werken daarbij in partnerschap en krijgen samen een beurs, waarmee ze het tijdrovende proces van kennisoverdracht kunnen aangaan.
Divers vakmanschap in Vlaanderen en Brussel
De geselecteerde beurstrajecten kennen een mooie spreiding over Vlaanderen en Brussel en bewijzen dat onze regio rijk is aan zeer divers vakmanschap. Een aantal beurzen ging naar beoefenaars van traditionele ambachten zoals zilversmeden, mandenvlechten en houtdraaien. In onze streek is ook belangrijke knowhow aanwezig om cultureel en bouwkundig erfgoed in stand te houden. Denk maar aan het herstofferen van antieke meubelen en het draaiend houden van ons molenerfgoed. Bij de beursronde van 2023 ging ook veel aandacht naar natuur en ecologie met beurzen voor de azaleateelt, het imkeren en het ossen drijven. Ook muziek en podiumkunsten kwamen aan bod, met onder andere het vervaardigen van cymbalen en van orgelboeken, de pianobouw en de goochelkunst.
Terugblik op meester-leerlingtrajecten van de voorbije drie jaar
De ronde van 2023 was voorlopig de laatste. De voorbije drie jaar investeerde de Vlaamse minister van Cultuur zo’n 1,7 miljoen euro in het doorgeven van vakmanschap. Daarmee konden 66 meesters en 102 leerlingen aan de slag. Op die manier werd een brede waaier aan vakmanschap doorgegeven. Dankzij de beurzen konden ook heel wat meesters en leerlingen de stap zetten naar het ondernemerschap.
De voorbije drie jaar werden er 202 beursaanvragen ingediend. Die bijzonder grote interesse in de meester-leerlingbeurzen toont dat er in Vlaanderen veel belangstelling is voor vakmanschap met wortels in traditie.
De toekomst: Vlaamse overheid onderzoekt verdere ondersteuning
In 2024 is er geen beursronde voorzien. De Vlaamse overheid wil onderzoeken hoe ze in de toekomst het vakmanschap nog beter kan ondersteunen om vaklieden dat extra duwtje in de rug te geven. Sowieso staat het vast dat vakmanschap een belangrijke plaats blijft innemen in het immaterieelerfgoedbeleid van Vlaanderen.
7.4 Onzekerheid circusloopbanen wegnemen door meer professionalisering en ondersteuning
Heel wat loopbanen van circusartiesten worden gekenmerkt door onzekerheid. Dat blijkt uit een onderzoek dat IDEA Consult in 2023 in opdracht van het Departement Cultuur, Jeugd en Media voerde. Over de duurzaamheid van circusloopbanen zijn nog maar weinig gegevens voorhanden. Bijkomend onderzoek was nodig in het kader van een volledige landschapstekening van het circusveld in 2024.
De loopbaan van de circusartiest vormt een belangrijk onderdeel van de landschapstekening die Circuscentrum, het steunpunt van de circussector, voor ons departement opmaakt. Concreet gaven we aan IDEA Consult de opdracht om te onderzoeken in welke context (semi)professionele circusartiesten hun loopbaan ontplooien en welke mechanismen en factoren een invloed hebben op het verloop. De onderzoekers werd ook gevraagd beleidspistes aan te reiken om de professionalisering van de sector verder te versterken. Daarom voerden ze ook een benchmark uit die een zicht geeft op beleidsmaatregelen in de Franse Gemeenschap en Catalonië.
Resultaten via enquête en interviews
Binnen de gehanteerde methodologie leverden de 9 diepte-interviews en de brede bevraging bij circusartiesten interessante kwalitatieve en kwantitatieve gegevens op. De enquête werd in het najaar van 2022 verspreid door verschillende actoren in het Vlaamse circusveld en gepromoot op een artiestenoverleg. Van de 70 respondenten die aan de enquête begonnen, vulden 52 ze volledig in. Aanvullend vonden nog focusgroepen met circusartiesten plaats. In totaal namen daar 13 personen aan deel.
Onzekerheid leidt tot multitasking
De studie brengt de loopbaanpaden van circusartiesten in kaart en zoomt in op de processen die in de verschillende fases optreden: opleiding, start en instroom in het professionele circuit, mid-career en uitstroom. Een blik op de statuten en vormen van tewerkstelling maakt duidelijk dat veel circusloopbanen gekenmerkt worden door onzekerheid. Heel wat circusartiesten zijn namelijk afhankelijk van subsidies of het verzilveren van speelkansen. Daardoor zijn de meeste artiesten genoodzaakt om verschillende artistieke opdrachten te combineren of artistieke projecten af te wisselen met andere jobs (technisch, administratief, educatief). Dergelijke carrières bevatten uiteraard risico’s voor zowel het mentale als het fysieke welzijn. Verder is er een enorme behoefte aan management- en spreidingsbureaus die artiesten kunnen ondersteunen en ontzorgen op het vlak van zakelijk beheer, netwerking en spreiding van producties.
Verdere professionalisering als een van de oplossingen
Als conclusie formuleert het onderzoeksrapport vijf toekomstpistes om de loopbanen van circusartiesten duurzamer te maken op respectievelijk sociaal, economisch, ecologisch, menselijk en artistiek vlak. De nadruk ligt op professionalisering en inclusie, maar ook op en de uitbreiding van ondersteuningsmogelijkheden, structuren en organisatiemodellen die toekomstgericht inzetten op continuïteit. Het departement gaat met de resultaten aan de slag om de verdere professionalisering van de circussector via een flankerend beleid te ondersteunen.
7.5 Tien jaar mediawijs beleid: een terugblik
In 2023 vierde het Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid (Mediawijs) zijn tiende verjaardag. Dat betekende ook een jubileumjaar voor het Departement Cultuur, Jeugd en Media, want het centrum is een belangrijke partner in de uittekening en uitvoering van het Vlaamse beleid rond mediawijsheid. Maar de kiem voor dat beleid werd al enkele jaren eerder gelegd. Laten we even teruggaan in de tijd.
2006-2012: ontluikend beleid en eerste projecten
- 2006: Het thema mediawijsheid wordt voor het eerst besproken in het Vlaams Parlement.
- 2009: Het nieuwe regeerakkoord vermeldt de oprichting van een kenniscentrum en neemt drie concrete doelstellingen op rond mediawijsheid en digitale inclusie. Die vinden hun vertaling in de beleidsnota Media 2009-2014.
- 2010-2011: Er volgt vooral beleidsvoorbereidend werk om de doelstellingen uit de beleidsnota te realiseren. Vlaanderen ondersteunt ook twee Europese projecten rond mediawijsheid.
- 2011: De minister van Media lanceert in het najaar een projectoproep rond mediawijsheid. Zes organisaties krijgen samen 650.000 euro voor projecten op het vlak van opleiding, methodieken, veilig en verantwoord mediagebruik en beeldvorming.
- 2012: Het beleidsvoorbereidende werk leidt tot de twee basisteksten van het Vlaamse mediawijsheidsbeleid: de conceptnota Mediawijsheid en het onderzoeksrapport ‘Werken aan mediawijsheid in Vlaanderen’.
2013-2017: oprichting van Mediawijs en start ‘Nieuws in de Klas’
- 2012: In overeenstemming met de conceptnota lanceert de minister van Media een projectoproep voor de oprichting van een Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid. Een consortium met twaalf partners uit de onderzoekswereld en de mediasector, onder coördinatie van iMinds (nu imec), krijgt de opdracht toegekend.
- 2013-2014: het Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid krijgt verder vorm onder de naam Mediawijs. Na onderhandelingen tussen de partners en de Vlaamse overheid volgt er een samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2013-2014. Het kenniscentrum krijgt drie centrale taken: de samenwerking tussen de diverse actoren coördineren en stimuleren; projecten opzetten voor diverse doelgroepen, met specifieke aandacht voor kwetsbare doelgroepen; een online platform opzetten voor het delen van informatie, kennis, methodieken en goede praktijken.
- 2017: Na een evaluatieonderzoek wordt het project ‘Kranten in de Klas’ in het schooljaar 2016-2017 omgedoopt en uitgebreid tot ‘Nieuws in de Klas’. Het project omvat subsidies aan de geschreven pers om krantenpakketten en educatief materiaal te verdelen in Vlaamse en Brusselse scholen en zo kritisch mediagebruik bij leerlingen aan te wakkeren. De verruiming naar digitale kranten beantwoordt aan de technologische evoluties in het medialandschap en de noden van leerkrachten en leerlingen.
2018-2023: de groei en verbreding van het mediawijsheidsbeleid
- 2022: De Vlaamse overheid sluit de vierde samenwerkingsovereenkomst (2022-2025) met imec met betrekking tot Mediawijs. Hoewel nog steeds trouw aan het originele takenpakket is Mediawijs de afgelopen jaren sterk gegroeid, zowel op financieel vlak als qua activiteiten. Het toenemende belang van het thema mediawijsheid wordt vertaald in de werkingssubsidie: van jaarlijks 450.000 euro in de beginperiode tot 840.000 euro in 2023. Dat zal tijdens de huidige overeenkomst nog stijgen tot 940.000 euro.
- 2022: Het relanceplan Vlaamse Veerkracht zorgt voor extra middelen voor ‘Nieuws in de Klas’. Die gaan naar een flankerend, interactief traject om kinderen en jongeren nog bewuster en kritischer met digitale media, nieuws en informatie te laten omgaan, via de projecten ‘Nieuwsmakers’, ‘Feitencheckers’ en ‘Opiniemakers’. Het traject loopt ook verder in het schooljaar 2023-2024, met challenges voor de verschillende scholen en een uitbreiding in het kader van de verkiezingen.
- Steeds vaker komen aspecten van mediawijsheid terug in andere beleidsthema’s. Zo is er binnen het digitale transformatieprogramma voor de Vlaamse mediasector een projectoproep rond desinformatie, waaraan ook actoren mediawijsheid kunnen deelnemen. Ook in het jeugd- en kinderrechtenbeleid is mediawijsheid deze legislatuur een van de prioriteiten. Deze verbreding bevestigt het transversale karakter van het Vlaamse mediawijsheidsbeleid.
Ook in de komende jaren willen we verder werken aan een Vlaanderen waarin elke Vlaming over de nodige kennis, vaardigheden en attitudes beschikt om digitale technologie en media te gebruiken en te begrijpen. Actief, creatief, kritisch en bewust participeren aan onze complexe en veranderende digitale wereld, dat is het ultieme doel.
Foto © Marc Faes
7.6 Aan de slag met collecties hedendaagse kunst in de publieke ruimte
Heel wat steden en gemeenten zijn opdrachtgever voor hedendaagse kunst in de publieke ruimte. Vaak ontbreekt het hen aan een visie op collectievorming: het kunstpatrimonium groeit ad hoc en is er geen vooropgesteld beeldkwaliteitsplan over waar men naartoe wil met die kunstwerken. Via een meerjarig participatief traject wil het Platform Kunst in Opdracht steden en gemeenten concrete instrumenten en aanbevelingen bieden om op een professionele manier om te gaan met collectievorming.
Noden en verwachtingen in kaart
In 2022 organiseerde het Platform Kunst in Opdracht een bevraging en twee rondetafelgesprekken met verschillende steden en gemeenten over de mogelijkheden en uitdagingen rond hun collecties hedendaagse kunst in de publieke ruimte. Daarover kwam in het voorjaar van 2023 een concluderend rapport uit, dat een aantal parallelle noden en verwachtingen rond collectievorming bundelde.
Zo worstelen heel wat steden met het opzetten van een collectiebeleid rond kunst in de publieke ruimte en is er daarover te weinig samenwerking met andere stadsdiensten. Daarnaast ontbreekt een duidelijk kader voor het behoud, het beheer en de waardering van de collecties. Over die noden voerde Platform Kunst in Opdracht in 2023 ook gesprekken met diverse experten en stakeholders uit belendende domeinen, zoals stedenbouw, roerend en onroerend erfgoed, lokaal beleid enzovoort.
Meer kwaliteit en professionaliteit
Deze gesprekken inspireerden ons om alvast voor 2024 twee nieuwe werksessies voor te bereiden. Die focussen op de noden die het meest urgent zijn voor de doelgroep, met name 'beheer en waardering' en 'dienstoverschrijdende visievorming op collectie'. Op basis van die werksessies wil Platform Kunst in Opdracht concrete instrumenten en aanbevelingen ontwikkelen. Daarmee kunnen steden en gemeenten, maar ook andere opdrachtgevers met een collectie kunst in de publieke ruimte, aan de slag om een professioneel en kwaliteitsvol kader te creëren voor hun collecties.
Speloke Jeugddienst Lokeren - Foto © Fleur De Backer
7.7 Steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek staan garant voor wetenschappelijk onderbouwd beleid
Sinds vorig jaar ondersteunt het Departement Cultuur, Jeugd en Media drie steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek. Op 1 januari ging Mediapunt van start, het Kenniscentrum Mediaonderzoek. Op 1 april volgde het Kenniscentrum Cultuuronderzoek. Samen met het Jeugdonderzoeksplatform JOP hebben we zo een apart en volwaardig steunpunt voor de C, J én M van ons departement. Samen zorgen ze mee voor wetenschappelijk onderbouwd en kennisgedreven beleid.
Ons departement wil een knooppunt van kennis en expertise zijn en draagt kennisgedreven beleid hoog in het vaandel. Een van de pijlers van wetenschappelijk onderbouwd beleid is onze duurzame samenwerking met betrouwbare wetenschappelijke partners. Sinds vorig jaar werken we samen met twee nieuwe centra, de opvolgers van het Kenniscentrum Cultuur- en Mediaparticipatie.
Eigen onderzoek en analyse van bestaand onderzoek in afstemming met beleid en sectoren
De kenniscentra voeren eigen onderzoek uit in opdracht van ons departement. Daarnaast verzamelen ze relevant onderzoek dat door Vlaamse kennisinstellingen gepubliceerd wordt. Ze houden de vinger aan de pols, signaleren belangrijke trends en wijzen op mogelijke gevolgen voor het beleid. Zo kunnen we blinde vlekken ontdekken waarover er nog te weinig wetenschappelijke kennis bestaat en beter opvolgen welke onderzoeken relevant zijn voor het beleid.
De kenniscentra voeren hun opdrachten uit in samenwerking en afstemming met de betrokken sectoren en actoren uit het middenveld. De opgebouwde en verzamelde kennis wordt online gedeeld of bekendgemaakt via specifieke evenementen.
Zelfde doel, andere aanpak
Elk kenniscentrum heeft een eigen historiek en dynamiek en natuurlijk ook andere thematische en methodologische expertise. Het doel van de drie steunpunten mag dan hetzelfde zijn - het beleid voeden en onderbouwen met wetenschappelijk onderzoek -, ze doen dat niet altijd op dezelfde manier.
Het Kenniscentrum Cultuuronderzoek legt zich toe op drie onderzoekslijnen: cultuurparticipatie in Vlaanderen, cultuuractiviteiten en hun bereik (publieksonderzoek) en de waarde van cultuur.
Het Jeugdonderzoeksplatform staat in voor de vijfjaarlijkse 'staat van de jeugd', een grootschalige bevraging over de brede leefwereld van jongeren, waarbij een veelheid van thema's en levensdomeinen aan bod komt. In 2023 werden meer dan 7.000 jongeren bevraagd.
Het Kenniscentrum Mediaonderzoek focust eerder op het verzamelen en verder analyseren van bestaande bevragingen en onderzoek. Het Kenniscentrum is immers actief op een domein waarin andere kennisinstellingen en actoren in Vlaanderen al jaren bevragingen uitvoeren (Digimeter, Apestaartjaren, Digital News Report). Nog meer dan de andere kenniscentra legt Mediapunt zich toe op overkoepelende analyses die al die inzichten samenbrengen voor het mediabeleid.
Dansstorm - Foto © Rudy Carlier
7.8 Strijd tegen grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector nog niet gestreden
In 2023 maakte het Departement Cultuur, Jeugd en Media de balans op van de vele inspanningen tegen grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector. Zo ontvingen we in het voorjaar de procesevaluatie van het actieplan voor de cultuur- en audiovisuele sector. Daarnaast was er een tussentijdse evaluatie van het actieplan voor de mediasector. Beide evaluaties leren ons dat er al heel wat verwezenlijkt is, maar dat er de komende jaren nog verdere stappen nodig zijn.
Actieplan helpt grensoverschrijdend gedrag uit de taboesfeer te halen
Het Actieplan grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en audiovisuele sector (2018-2022), een initiatief van de voormalige minister van Cultuur, kwam in 2018 tot stand na een onderzoek in beide sectoren door de UGent en op basis van rondetafelgesprekken met sectororganisaties en vakbonden. Het actieplan is opgebouwd rond drie actieterreinen:
- opzetten van procedures om grensoverschrijdend gedrag te melden en klachten op te volgen
- aandacht voor herstel en sanctionering bij die procedures
- sensibilisering en kennisdeling.
In 2022 kreeg de Universiteit Antwerpen de opdracht om het actieplan te evalueren. Die procesevaluatie werd in maart 2023 afgerond.
Wat leert de evaluatie ons?
- Het actieplan heeft de sector geholpen om het thema uit de taboesfeer te halen, bespreekbaar te maken, en handelingsverlegenheid weg te nemen.
- De investering in een herstelgerichte aanpak werd enorm positief geëvalueerd. Daarbij ligt de focus op het persoonlijke en professionele herstel van de betrokkenen en alternatieven buiten de strafrechtelijke procedures.
- Het gelaagde vangnet van interne en externe aanspreekpunten, en de samenwerking tussen formele en informele actoren zoals de Genderkamer, Engagement, vertrouwenspersonen en preventieadviseurs, werd als een grote sterkte benoemd.
Mediasector volgt met eigen actieplan en tools
Onder impuls van de minister van Media lanceerde de mediasector in 2022 ook een actieplan tegen grensoverschrijdend gedrag (2022 -2023). Het actieplan wil grensoverschrijdend gedrag sneller en beter aanpakken door de klemtoon te leggen op preventie en zowel werkgevers als werknemers te sensibiliseren. Op twee jaar tijd zien we ook bij dit actieplan een aantal opmerkelijke resultaten.
Er werd vooral ingezet op de ontwikkeling van tools specifiek voor de mediasector, wat een groot onderdeel van het actieplan uitmaakt:
- tools voor omstanders en een uitgebreide intimiteitstoolkit in samenwerking met intimiteitscoördinator Philine Janssens
- de hertaling van het Vlaggensysteem van Sensoa naar de media- en digitale sector
- de lancering van de online toolbox grensoverschrijdend gedrag en welzijnsbeleid.
Samen met preventiedienst IDEWE werden er drie hybride opleidingstrajecten tot vertrouwenspersoon georganiseerd. Die waren binnen de kortste keren volzet. In totaal werden maar liefst 35 nieuwe vertrouwenspersonen voor de media- en digitale sector opgeleid. Daarnaast werd er voor hen ook een inter- en supervisietraject georganiseerd.
Mediarte, het Sociaal Fonds van de audiovisuele sector en de filmproductie, ontving in 2022 een subsidie om een coördinerende rol op te nemen bij de uitvoering van het actieplan. Met een bijkomende subsidie organiseerde mediarte eind 2023 ook een netwerkmoment voor vertrouwenspersonen in de sector.
Muziekmozaïek - Crossing Borders, Sharing Songs - Foto © Sammy Van Cauteren
7.9 Veldtekening internationaal cultuurbeleid biedt nieuwe inzichten in internationalisering cultuursector
Er doen zich wereldwijd nieuwe modellen van culturele ontwikkeling, financiering, distributie en presentatie voor. En meer dan ooit is er een nauw samenspel tussen de Vlaamse en internationale cultuursector. Dat blijkt uit een diepgaand onderzoek naar de internationalisering van de Vlaamse cultuursector, dat het Departement Cultuur, Jeugd en Media in 2023 liet uitvoeren. Een primeur voor het beleid en de sector.
Past het huidige internationale Vlaamse cultuurbeleid nog wel in een wereld die volop in verandering is? Antwoorden op die vraag lees je in de nieuwe Veldtekening internationaal cultuurbeleid, een onderzoek dat gloednieuwe kennis biedt over de huidige fundamentele veranderingen in het internationale werken. Internationaal is overal en dat brengt zowel kansen als uitdagingen met zich mee. Laten we even inzoomen op de belangrijkste tendensen en bevindingen.
Internationalisering is essentieel en complex
Culturele en creatieve instellingen, individuele kunstenaars en creatieve makers werken dagelijks of regelmatig op internationaal niveau, zowel in Vlaanderen zelf als in het buitenland. Internationalisering is essentieel voor hun artistieke of culturele ontwikkeling, om inspiratie en inzichten op te doen of een nieuw en diverser publiek aan te spreken.
Tegenwoordig is internationale werking allang niet meer alleen ‘export’ (Vlaanderen naar het buitenland) en ‘import’ (het internationale in Vlaanderen). Er zijn heel veel tussenvormen, zoals internationale netwerken, coproducties of projectmatige internationale samenwerkingsverbanden. Die kunnen dan ook nog eens in een fysieke, hybride of digitale omgeving plaatsvinden. Dat maakt internationalisering dus steeds complexer. Internationale successen, zoals de Game Award die het Gentse videospel Baldur's Gate III onlangs ontving in Los Angeles, ontstaan nooit zomaar. Er zitten jaren van investeren achter.
Uitdagende internationale evoluties
De afgelopen jaren worden gekenmerkt door heel wat nieuwe internationale evoluties. In de media lezen we er elke dag over: de razendsnelle technologische en digitale ontwikkelingen, de steeds sterkere internationale netwerken, Brexit, de energiecrisis, de klimaatverandering, de coronapandemie en de geopolitieke verschuivingen en conflicten.
Ook onze eigen lokale context wordt steeds internationaler. Veel Vlaamse steden en gemeenten zijn inmiddels superdivers en meertalig. Het zijn plekken waar makers en bezoekers met een migratiegeschiedenis, nieuwkomers, expats met een heel diverse achtergrond werken en leven. Er is dus in Vlaanderen zelf ook een grote internationale, meertalige gemeenschap met een behoefte aan culturele uitdagingen, prikkels, emoties, inspiratie, persoonlijke ontwikkeling en interculturele ontmoeting.
Al deze evoluties hebben een grote invloed op de Vlaamse culturele sector. Ze vormen een heuse uitdaging en bieden tegelijkertijd veel mogelijkheden om het werkterrein, de zichtbaarheid, en de relevantie van de culturele sector te vergroten.
Gooikoorts - Foto © Steven Vanderaspoilden
Naar een vernieuwd internationaal cultuurbeleid
De veldtekening geeft een goed inzicht in de internationale kansen en uitdagingen voor de komende jaren. In 2024 zal ons departement verder bekijken hoe we de resultaten kunnen vertalen naar toekomstig beleid. We willen met het nieuwe internationale cultuurbeleid de culturele sector helpen inspelen op nieuwe internationale ontwikkelingen en hen ondersteunen om internationale uitdagingen aan te gaan en kansen te grijpen. Zo bouwen we samen aan meer en betere internationale samenwerking, experimenten, kennisuitwisseling en zichtbaarheid.