5. Internationaal
Internationale erkenning krijgen voor wat we in Vlaanderen doen of internationale uitstraling geven aan Vlaams talent: ook daar levert ons departement permanent inspanningen voor. Het resultaat? Twee Unesco-erkenningen, nieuwe culturele bruggen met het Verenigd Koninkrijk en belangrijke Vlaamse cultuur-, jeugd- en mediathema’s op de agenda van het EU-voorzitterschap.
5.1 Op naar een succesvol EU-voorzitterschap: een blik achter de schermen
Van 1 januari tot en met 30 juni 2024 is België voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Het Departement Cultuur Jeugd en Media speelt daarin een belangrijke rol. We zitten immers zowel de Raad Jeugdzaken als de Raad Cultuur voor, waarvan ook Media een onderdeel is, en dat vergde in 2023 heel wat voorbereidend werk. Met een projectteam van meer dan 30 medewerkers slaagden we erin een sterk inhoudelijk programma vorm te geven.
Departement neemt voortouw
Een voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie organiseren is een immense klus. Alle beleidsthema’s en -voorstellen die op de Europese tafel zullen komen, vragen immers een grondige voorbereiding. Bovendien organiseert de voorzitter naar goede gewoonte een aantal evenementen om zijn inhoudelijke prioriteiten kracht bij te zetten. Om dat allemaal in goede banen te leiden werd vorig jaar een tijdelijk projectteam van ruim 30 medewerkers opgericht. Daarbij ging het zowel om nieuwe aanwervingen als om tijdelijke mutaties uit andere teams.
De opbouw naar het voorzitterschap voor de beleidsvelden Cultuur, Jeugd en Media omvatte vele aspecten. Terwijl de nieuwe medewerkers inhoudelijk en taalkundig werden klaargestoomd, loodsten we onze eigen Vlaamse accenten het Belgische programma binnen, stelden we dossiers, uitgebreide handleidingen en roadmaps op, namen we deel aan intern, Vlaams, intra-Belgisch en Europees overleg en bereidden we onze evenementen inhoudelijk en operationeel voor.
Dat ons departement een belangrijke trekkersrol opneemt in het voorzitterschap bewijzen ook deze cijfers: we staan in voor ongeveer een vijfde van het hele Vlaamse projectbudget van 25 miljoen euro en ongeveer dertig procent van alle aangeworven medewerkers.
Eigen speerpunten in de kijker
Heel wat voorbereidend werk ging uiteraard naar de inhoudelijke thema’s waar we eigen Vlaamse accenten willen leggen.
Voor Cultuur focussen we op de digitale transformatie van de Culturele en Creatieve Sectoren (CCS), blijvende aandacht van de EU voor het Vlaamse en Europese cultureel erfgoed, zichtbaarheid geven aan de Vlaamse culturele identiteit en promoten van een collectief gedeelde Europese identiteit. De geplande evenementen haken telkens in op deze thema's.
Voor Jeugd zijn de prioriteiten het betrekken, empoweren en verbinden van jongeren. Daarbij gaat het concreet om de bevordering van de sociale inclusie van jongeren en de uitvoering van de Europese jeugddoelstelling inclusieve samenlevingen. Ook de Europese beleidsagenda's inzake kinderen, jeugdzaken en rechten van het kind staan op het programma. Tot slot vormt ook lokaal jeugdwerk een prioritair thema. Al deze thema’s komen terug in onze evenementen. Vermeldenswaard is dat een deel van de aanbevelingen van jongeren zelf zal komen: daarvoor laten we een 300-tal jongeren uit heel de EU met elkaar in debat gaan.
Bij Media vormt de European Media Freedom Act (EMFA) een heel belangrijk dossier. Mediavrijheid en -pluralisme zijn essentieel voor de democratie en zijn dan ook fundamentele waarden van de EU. De twee andere speerpunten zijn digitale transformatie en media-innovatie, en ondersteuning van influencers en online content creators. Ook daaraan wordt telkens een evenement opgehangen.
De Vlaamse culturele strik rond het EU-voorzitterschap
Vlaanderen grijpt het EU-voorzitterschap ook aan om Vlaamse kunst en cultuur in de Europese kijker te zetten. Daarvoor konden we heel wat culturele spelers vastleggen voor de vele conferenties en evenementen die op het programma staan.
Bovendien konden organisaties uit onze sectoren in 2023 een aanvraag indienen om het officiële voorzitterschapslabel te krijgen. Uiteindelijk zullen 25 Vlaamse culturele publieksevenementen dat label dragen. Zij maken nu deel uit van het officiële culturele programma van het Belgische voorzitterschap, wat hen heel wat zichtbaarheid zal geven bij een internationaal publiek.
Leve immaterieel erfgoed - © Lucas Denuwelaere i.o.v. Werkplaats immaterieel erfgoed
5.2 Geelse Gezinsverpleging en Traditionele Irrigatie erkend door Unesco
In december 2023 boog Unesco zich in Kasane, Botswana, over twee Belgische dossiers met het oog op een erkenning: Traditionele Irrigatie voor de Representatieve Lijst van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid en de Geelse Gezinsverpleging voor het Register van goede borgingspraktijken. Beide werden positief onthaald, waardoor beide gemeenschappen nu met trots het label 'Unesco-erkend' mogen dragen.
Traditionele Irrigatie: goed voor klimaat en biodiversiteit
Traditioneel irrigeren is irrigeren door gebruik te maken van zwaartekracht. Er komen geen pompen aan te pas. Het water van natuurlijke bronnen (regen of waterlopen) wordt verzameld, gekanaliseerd, gestuwd en vastgehouden. Telkens als het nodig is op het veld, wordt het water gecontroleerd weer vrijgegeven.
Bij deze praktijk komt heel wat handenarbeid kijken, maar ook eeuwenoude tradities, regels en afspraken. Het is dus niet alleen een praktijk die gebaseerd is op techniek en kennis, maar ook een sociale praktijk. Ze is daarnaast ook energieonafhankelijk en komt de biodiversiteit ten goede. Traditioneel irrigeren wordt als voorbeeldpraktijk gezien in de strijd tegen de klimaatverandering omdat het grote hoeveelheden water kan bufferen.
In dit dossier gaat het om een gezamenlijke erkenning voor Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Zwisterland en Italië, onder coördinatie van Oostenrijk. Medewerkers uit de zeven landen hebben samen met experten, ngo's en natuurparken de nominatie tot een goed einde gebracht. In Vlaanderen was De Grote Watering uit Lommel inhoudelijk de trekkende kracht en werkte het Centrum Agrarische Geschiedenis mee aan de nominatie.
Geelse Gezinsverpleging: kruisbestuiving tussen immaterieel erfgoed en mentaal welzijn
De Geelse Gezinsverpleging is een bijzonder psychiatrisch zorgmodel waarbij een persoon met een psychische kwetsbaarheid als pleeggast in een pleeggezin wordt opgevangen. Het centrale idee is dat een pleeggast integraal deel moet kunnen uitmaken van de gemeenschap, waardoor hij of zij kan herstellen in een gewone gezinsomgeving. De nadruk ligt op inclusie, gemeenschapsleven en het wegnemen van het stigma rond psychische problemen.
De oorsprong van het zorgmodel ligt in de christelijke traditie van bedevaarten naar Sint-Dimpna, maar het model is in de loop der eeuwen geëvolueerd naar een professioneel ondersteunde en academisch onderzochte praktijk. Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum (OPZ) ondersteunt de gezinnen en de hele Geelse gemeenschap helpt mee om de stad toegankelijk te maken voor de pleeggasten.
Aan de erkenning ging een intensief traject vooraf. Na een selectie op Vlaams niveau in mei 2021, coördineerde het Departement Cultuur, Jeugd en Media de opmaak van het nominatiedossier en bracht daarvoor vertegenwoordigers samen van onder andere de stad Geel, het OPZ, de erfgoedcel Stuifzand en de Gezinsverplegingsraad. Zij werden in het proces bijgestaan door HISTORIES en PARCUM en door immaterieelerfgoedexperten. Het dossier werd in maart 2022 bij Unesco ingediend.
Tijdens de bijeenkomst in Kasane organiseerden we in samenwerking met Stuifzand een nevenevenement, waarbij we een filmpje over de praktijk toonden en vragen van het publiek beantwoordden. Ongetwijfeld vormt de erkenning van de Geelse Gezinsverpleging het begin van een inspirerend traject voor Geel en voor de verdere kruisbestuiving tussen immaterieel erfgoed en mentaal welzijn.
Witteren van rijk water naar golvend gras
Foto © VAF
5.3 Vlaanderen start mee pilootprogramma op voor internationale coproductie van tv-series
De Vlaamse overheid neemt sinds 2023 deel aan het nieuwe driejarige pilootprogramma voor de coproductie van tv-series, een initiatief van de Raad van Europa dat loopt van 2023 tot en met 2025. Vlaanderen engageerde zich met een bijdrage van 1 miljoen euro en wil zo meer steun bieden aan onafhankelijke producenten in Vlaanderen en hen helpen om internationale samenwerkingen aan te gaan. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media startte het programma vorig jaar mee op en informeerde de audiovisuele sector over de subsidiemogelijkheden.
Het programma heeft als doel de coproductie van tv-series van hoge kwaliteit in Europa te stimuleren, onafhankelijke audiovisuele producenten te ondersteunen en nieuwe samenwerkingen te bevorderen. Landen of regio’s kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan het programma en dragen in dat geval gezamenlijk bij aan de financiering ervan. Zo ontstaat er een vruchtbare voedingsbodem voor creatieve samenwerkingen. Ons departement vertegenwoordigt Vlaanderen in de Board of Donors van het programma.
Het programma wordt beheerd door de Raad van Europa, die ook initiatiefnemer is van het Eurimages coproductieprogramma voor films, en omvat twee subsidielijnen.
REBEL - Foto © Caviar- Kris Janssens
Coproductiesteun voor series
Bij deze subsidielijn komen fictie-, animatie- of documentaireseries in aanmerking voor productiesteun. Het moet gaan om series die in de productiefase zitten. De subsidie wordt verleend voor één seizoen van een serie met maximaal tien afleveringen. De serie moet een coproductie zijn tussen minimaal twee onafhankelijke productiebedrijven uit deelnemende landen.
De steun bedraagt ten hoogste 25% van de totale productiekosten en is een niet-terugvorderbare subsidie van 250.000 of 500.000 euro. Er is jaarlijks één oproep.
Naar aanleiding van de eerste oproep in 2023 werden zeven projecten ondersteund, waarvan zes met een Belgische coproducent
Foto © VAF
Ontwikkelingsprijs voor coproductie van series
Deze prijs wordt uitgereikt voor series in ontwikkeling waarvan het de bedoeling is dat ze als coproductie worden gerealiseerd. Ze moeten gemaakt worden door onafhankelijke productiehuizen uit deelnemende lidstaten die de intentie hebben om samen te werken met andere onafhankelijke productiehuizen uit verschillende deelnemende lidstaten. De ontwikkelingsprijs bedraagt 50.000 euro.
Coproductiemarkten voor series die plaatsvinden in de deelnemende landen, kunnen de prijsuitreiking samen met de Raad van Europa organiseren. Daarvoor moeten de markten wel een aanvraag indienen en voldoen aan een aantal voorwaarden. Voor de hele duur van het programma selecteert de Raad van Europa zo zeven coproductiemarkten.
BAR-project FOMU - Foto © Xaviera Simmons - Red (Number One)
5.4 Na de Brexit: culturele bruggen bouwen met het Verenigd Koninkrijk
De Brexit heeft een grote impact gehad op de cultuursector. Denk maar aan het wegvallen van verschillende vormen van ondersteuning voor opkomend talent, of aan de visaproblemen voor grote festivals. De Vlaamse Regering zette daarom de extra middelen vanuit de Brexit Adjustment Reserve (BAR) in, een Europese subsidielijn. Daarmee kon het Departement Cultuur, Jeugd en Media in 2023 Vlaamse culturele actoren ondersteunen die naar het Verenigd Koninkrijk wilden, bijvoorbeeld voor werkbezoeken, netwerkevents of deelname aan evenementen en festivals.
Maximale benutting van de BAR-middelen
In de eerste helft van 2023 zette ons departement zich samen met Circuscentrum, Faro, Kunstenpunt, Cultuurloket en VI.BE in om de BAR-middelen maximaal bekend te maken in de Vlaamse cultuursector. We informeerden de sector via info- en schrijfsessies, webinars en nieuwsbrieven en ondersteunden diverse culturele actoren bij het schrijven van hun aanvraagdossier. Die inspanningen leverden 28 succesvolle aanvragen op van organisaties uit de volgende sectoren: podiumkunsten, muziek, circus, beeldende kunsten, erfgoed en literatuur.
BAR-project: KOPERGIETERY netwerkt op Britse jeugdtheaterfestivals - Foto © Ilja Van Autreve
Werkbezoeken geven inkijk in Britse culturele landschap
Persoonlijke contacten zijn enorm belangrijk om internationale relaties op te bouwen en te onderhouden. Daarom namen we deel aan verschillende werkbezoeken in het Verenigd Koninkrijk, georganiseerd door Circuscentrum en Kunstenpunt. Zo konden we nieuwe contacten leggen en meer te weten komen over de directe gevolgen van de Brexit op organisaties en artiesten in het Verenigd Koninkrijk. Bovendien kregen we de kans om meer te leren over belangrijke thema’s waarin de Britse culturele sector voorloper is, zoals diversiteit, inclusie en veiligheid. Via rondleidingen bij toonaangevende culturele instellingen leerden we het Britse culturele landschap beter kennen.
Bouwen aan duurzame culturele relaties
Tijdens onze bezoeken legden we ook contacten met de British Council, Arts Council Wales en Wales Arts International en ontstonden er ideeën voor een vernieuwde culturele samenwerking tussen Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk. Vorig jaar zetten we al belangrijke stappen om die culturele relaties te verduurzamen. In 2024 werken we verder aan een actieplan om de samenwerking een nieuw elan te geven. Dit alles dankzij de BAR en de gezamenlijke inspanningen van ons departement, de bovenbouworganisaties en de cultuursector en de Diplomatieke Vertegenwoordiging van Vlaanderen in het Verenigd Koninkrijk.
BAR-project: promotour van muzikant Hartwin Dhoore in Gloucestershire - Foto © Ward Dhoore
Foto © Fille Roelants
6.5 Departement Cultuur, Jeugd en Media trapt wedstrijd Europese Culturele Hoofdstad 2030 af
Welke Belgische stad mag zich na Antwerpen (1993), Brussel (2000), Brugge (2002) en Bergen (2015) in 2030 culturele hoofdstad van Europa noemen? Dat weten we pas in 2025. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media gaf vorig jaar alvast het startschot. Zo lanceerden we samen met de Franse en Duitstalige Gemeenschap de wedstijd die de winnaar zal bepalen.
Diverse culturele rijkdom in de kijker
Met het project Culturele Hoofdstad van Europa, een initiatief van de voormalige Griekse minister van Cultuur Melina Mercouri, zet Europa sinds 1985 haar steden en culturen in de bloemetjes. Die eer viel Athene als eerste te beurt. Vandaag is de titel niet meer weg te denken uit het Europese culturele landschap. Niet alleen de grote, bekende en cultuurrijke steden van Europa maken kans, ook de kleinere, soms rurale en weinig bekende steden strijden mee om de titel. Het is namelijk een unieke kans om internationale aandacht te krijgen voor de eigen lokale culturele rijkdom en talentvolle kunstenaars en organisatoren.
België aan zet
In 2030 mag België opnieuw de titel dragen, samen met Cyprus en een stad van een kandidaat-lidstaat of land uit de Europese Vrijhandelsassociatie. Wie de titel uiteindelijk krijgt wordt bepaald met een wedstrijd. De regels, criteria en procedures zijn vastgelegd door de Europese Unie.
De ministers van Cultuur van de Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap organiseren samen de wedstrijd die de Belgische titeldrager zal bepalen. Ons departement is als secretariaat verantwoordelijk voor de organisatie van de wedstrijd en coördineert de samenwerking tussen de drie gemeenschappen.
De wedstrijd ging in oktober 2023 van start. We organiseerden op 1 december een infosessie voor de Belgische kandidaat-steden, samen met de andere gemeenschappen. We gaven een toelichting bij de wedstrijd, vertelden over de Europese financieringsmogelijkheden voor het project en lieten de deelnemers kennismaken met praktijkervaringen uit Nederland en Luxemburg.
Foto © Sanne De Block
Titeldrager in 2025 bekend
De weg naar de titel is lang en vergt een intense voorbereiding van de steden. De wedstrijdcriteria zijn immers uitgebreid en uitdagend. De wedstrijd brengt een dynamiek op gang die steden stimuleert om te investeren in hun cultuurbeleid en waar ze ook na de kandidaatstelling op verder werken.
In de komende maanden zullen de steden hun eerste voorstel en programma voor het titeljaar finaliseren. Tijdens een preselectie in oktober 2024 beoordeelt een internationale jury de kandidaturen en bepaalt ze welke steden door mogen naar de finale. Het is nog wachten tot het najaar van 2025 voor we weten wie in 2030 de nieuwe culturele hoofdstad van Europa wordt. Het belooft een spannende race te worden.