Speelstraten - Foto © Stad Hasselt

4. Vinger aan de pols

Ook dit jaar volgde het Departement Cultuur, Jeugd en Media nauwgezet de hartslag van zijn sectoren. Op die manier konden we ontdekken waar ruimte voor verbetering was en hun noden beantwoorden. Van projectsubsidies over noodweer op kamp tot de aankoop van nieuwe topstukken, je leest er alles over in dit hoofdstuk.

Ontwikkeling van een thema in rood: Carnaval - Jules Schmalzigaug

4.1 Vijf nieuwe topstukken aangekocht via het Topstukkenfonds

In 2021 kocht de minister van Cultuur via het Topstukkenfonds 5 topstukken aan voor een totaalbedrag van 1.592.400 euro. Het gaat om stukken die een bijzondere cultuurhistorische waarde hebben. De aangekochte kunstwerken getuigen van een uitzonderlijke artisticiteit en virtuositeit voor het tijdperk en de kunstdiscipline waartoe ze behoren.

Over het Topstukkenfonds

In de begroting wordt jaarlijks een dotatie voorzien voor de werking van het Topstukkenfonds, dat in 2009 op basis van het Topstukkendecreet opgericht werd. De dotatie voor 2021 bedroeg 563.000 euro, maar door de overdracht van niet bestede middelen van vorige jaren was er een hoger aankoopbedrag beschikbaar.

De middelen van het Topstukkenfonds worden gebruikt voor de aankoop van topstukken en voor de subsidiëring van restauratie- en conservatie-ingrepen op topstukken. In 2021 kwam daar nog een opdracht bij: de subsidiëring van initiatieven om de bewaaromstandigheden van topstukken te verbeteren. In 2022 wordt daarvoor een experimenteel reglement ingevoerd.

Ruim 1,5 miljoen euro voor 5 topstukken

Cultuurgoederen gelden als ‘topstukken’ als ze beantwoorden aan de strenge selectiecriteria zeldzaam en onmisbaar in de zin van het Topstukkendecreet. De 5 aangekochte werken werden na hun verwerving opgenomen in de Topstukkenlijst en behoren nu ook tot het collectieve Vlaamse erfgoed.

Twee 'bozzetti' of reliëfs in terracotta uit de 17de eeuw van de Mechelse beeldhouwer Lucas Faydherbe werden verworven voor een bedrag van 340.000 euro. De reliëfs dienden als ontwerp voor de monumentale reliëfs in de Onze-Lieve-Vrouw van Hanswijkbasiliek in Mechelen. Ze zijn van een uitmuntende kwaliteit en tonen de virtuositeit van Faydherbe als modelleur en verhalenverteller. De reliëfs werden door het Departement Cultuur, Jeugd en Media in bewaring gegeven aan museum Hof van Busleyden in Mechelen. Het is de bedoeling om ze, als de bewaaromstandigheden dat toelaten, tentoon te stellen in de basiliek, onder de koepel met de reliëfs waarvoor ze als ontwerp dienden.

Twee 'bozzetti' - Lucas Faydherbe

Het schilderij Ontwikkeling van een thema in rood: Carnaval uit 1914 van Antwerpenaar Jules Schmalzigaug is een van de eerste – volgens sommigen het eerste - volledig abstracte werk van een Vlaamse kunstenaar. Het schilderij werd aangekocht voor een bedrag van 425.000 euro en werd door het Departement Cultuur, Jeugd en Media in langdurige bruikleen gegeven aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) . Het zal er de sectie ‘moderne kunst’ versterken, waarin al enkele werken uit het oeuvre van Schmalzigaug vertegenwoordigd zijn.

Een Romaanse sculptuur van Maria die het kindje Jezus de borst geeft werd verworven voor 520.000 euro. Deze Maria Lactans werd in de vroege 13de eeuw vervaardigd in Verona, vermoedelijk door de Veronese beeldhouwer Brioloto de Balneo, bekend van het grote rosetraam in de San Zeno Basiliek in Verona. Het Mariabeeld is gemaakt uit marmo rosso di Verona, een soort kalksteen eigen aan de Noord-Italiaanse regio. Het beeld maakte voor lange tijd deel uit van de befaamde Stoclet-collectie. M Leuven kreeg het beeld in langdurige bruikleen. Het gaat daarmee om het oudste beeld in de collectie van het museum. Voor de rijke laatmiddeleeuwse sculptuurcollectie van het museum zal deze artistiek zeer kwaliteitsvolle vroegmiddeleeuwse sculptuur een bijzonder ijkpunt vormen.

Atlas draagt een armillarium om de schaduw te bestuderen - Peter Paul Rubens

De tot voor kort verloren gewaande tekening Atlas draagt een armillarium om de schaduw te bestuderen van Peter Paul Rubens werd aangekocht voor een bedrag van 307.400 euro. Het gaat om een ontwerp, ‘een vignet’, op klein formaat dat Rubens maakte in opdracht van de familie Moretus. Het diende als basis voor een illustratie in het boek Opticorum libri sex van wiskundige en fysicus Franciscus Aguilonius. Dat natuurkundige werk over optica werd in 1613 uitgegeven door de Plantijnse uitgeverij. Het Antwerpse Museum Plantin-Moretus kreeg de tekening in langdurige bruikleen. De tekening biedt een boeiende inkijk in de nauwe samenwerking die er bestond tussen de drukkersfamilie Moretus en Rubens.

Bezette Stad - Paul van Ostaijen

Een bijzondere vermelding verdient het originele handschrift van de dichtbundel Bezette Stad van Paul van Ostaijen. Het bevat de bekendste dichtregel uit de Nederlandstalige poëzie: Boem Paukeslag en werd eind 2020 voor 725.000 euro aangekocht. Het iconische werk werd volledig gedigitaliseerd en is sinds 27 maart 2021 te zien in het Letterenhuis in Antwerpen.

Paul van Ostaijen (1896-1928) schreef de dichtbundel in 1920 en 1921, tijdens zijn verblijf in Berlijn. Het Antwerpen van tijdens de eerste wereldoorlog vormt het decor van de bundel. De dichter gebruikt zijn stad als metafoor en brengt ze in vele facetten tot leven, van de oorlogsdreiging tot het uitbundige nachtleven in de music halls.

Bezette Stad is voor ons taalgebied een absoluut vernieuwende dichtbundel, waarin de dichter voor het eerst in onze literatuurgeschiedenis de grenzen aftast van de mogelijke wisselwerking tussen de inhoud van de tekst en de weergave ervan. Het is een absoluut hoogtepunt in de avant-gardeliteratuur van ons taalgebied én van bepalende invloed op de moderne literatuur die daarna kwam. Ook internationaal geldt het als een iconisch werk en krijgt het aandacht in verschillende contexten, gaande van tentoonstellingen tot een brede waaier aan studies.

Maria Lactans - Brioloto de Balneo

Foto © Doof Vlaanderen

4.2 15 jaar erkenning Vlaamse Gebarentaal

In 2021 was de Vlaamse Gebarentaal (VGT) 15 jaar erkend door de Vlaamse overheid. Dat betekent onder andere: erkend als ‘eerste’ taal van de Vlaamse Dovengemeenschap en als een taal gelijkwaardig aan het Nederlands. Gedurende die 15 jaar werkten de Adviescommissie Vlaamse Gebarentaal, het Vlaams GebarentaalCentrum en verschillende organisaties aan een betere maatschappelijke verankering van de Vlaamse Gebarentaal. Ze deden dat respectievelijk via adviezen, door een rol als kennis- en coördinatiecentrum op te nemen en via projectsubsidies. Ook de komende jaren blijven ze daarnaar streven.

70.000 euro voor projecten Vlaamse Gebarentaal

In 2021 ging er een recordbedrag van 70.000 euro naar projectsubsidies Vlaamse Gebarentaal. De voorbije jaren bedroeg het budget ongeveer 30.000 euro, telkens goed voor maximaal twee gesubsidieerde projecten. Dankzij het hogere budget in 2021 kregen drie organisaties een projectsubsidie:

  • KU Leuven: Verkorte opleiding voor dove tolken met ervaring - 30.000 euro KU Leuven zal met de projectsubsidie een opleiding voor dove tolken met ervaring oprichten. Daarnaast wil de KU Leuven aandacht besteden aan de erkenning van die dove tolken en hun positie in de arbeidsmarkt versterken.
  • Doof Vlaanderen: Voorbereidend traject voor inclusieve klassen met Vlaamse Gebarentaal en Nederlands - 30.000 euro Doof Vlaanderen zal met de projectsubsidie het voorbereidende traject opzetten voor inclusieve klassen met Vlaamse Gebarentaal en Nederlands in het reguliere onderwijs. Het gaat daarbij enerzijds om ouderparticipatie en ouderinformatie, anderzijds om de zoektocht naar een school waar de eerste tweetalige, inclusieve klassen kunnen starten.
  • Vlaams GebarentaalCentrum: Gebarenfestival - 10.000 euro Het Vlaams GebarentaalCentrum zal met de projectsubsidie een Gebarenfestival op poten zetten, waarin verschillende kunstvormen in Vlaamse Gebarentaal tot uiting worden gebracht. ((video van oproep eventueel))

Adviescommissie Vlaamse Gebarentaal 2021-2024

De nieuwe Adviescommissie Vlaamse Gebarentaal ging in januari 2021 van start voor een periode van 4 jaar. Zij adviseert de Vlaamse overheid over alles wat te maken heeft met VGT, over wat een impact kan hebben op het gebruik van VGT en over de ontwikkeling en zichtbaarheid van Dovencultuur. Alle leden hebben expertise in Vlaamse Gebarentaal.

Jeneverstoken - Foto © Jenevermuseum

4.3 Opnieuw ondersteuning voor het doorgeven van vakmanschap

Na een jaar onderbreking werden in 2021 weer middelen vrijgemaakt voor beurzen vakmanschap. De beurs dient als financiële ondersteuning voor vakmensen die een of meerdere leerlingen een aantal maanden tot maximaal 2 jaar in de leer nemen.

In 2018 en 2019 kende de Vlaamse overheid voor het eerst beurzen toe voor het doorgeven van vakmanschap in zogenaamde meester-leerlingtrajecten. Vakmanschap is immaterieel cultureel erfgoed dat in de hoofden en handen van mensen zit: kennis en vaardigheden met wortels in traditie. Om dat soort vakmanschap levend te houden, moeten generaties het aan elkaar doorgeven. Vaak is dat een intensief en tijdrovend traject.

Beurzen vakmanschap - Foto: boekrestauratie

Herlancering na evaluatiejaar

In 2020 maakten we de balans van de vorige rondes op en stelden verbeteringen aan het reglement voor. De vernieuwde subsidielijn werd in 2021 weer gelanceerd en zal ook de komende jaren van kracht blijven, met telkens een oproep.

De nieuwe oproep resulteerde vorig jaar in 21 toegekende beurzen, goed voor een totaalbudget van 600.000 euro. Zo’n beurs bedraagt maximaal 30.000 euro. Zowel meester als leerling(en) ontvangen een deel van dat bedrag.

Beurzen vakmanschap - Foto: boekrestauratie

Divers vakmanschap

Sinds begin 2022 steken 21 gepassioneerde meesters samen met 35 enthousiaste leerlingen de handen uit de mouwen om hun unieke vakmanschap levend te houden.

De brede waaier aan thema’s toont dat vakmanschap in Vlaanderen heel divers is: ambachten als hoefsmid of touwslager, het omgaan met de natuur bij imkeren, artisanaal brouwen of kruidengeneeskunde, het maken en bespelen van marionetten of muziekinstrumenten als doedelzakken, maar ook vakmanschap dat nodig is om ons bouwkundig erfgoed te laten blijven schitteren, bijvoorbeeld glas-in-loodramen of rocaille.

Chirojeugd - Foto © Jan Van Bostraeten

Foto © Gekkoo

4.4 Solidariteit jeugdwerk redt kletsnatte kampzomer

Heel even dreigde het noodweer van afgelopen zomer een tekort aan tenten te veroorzaken en de kampplannen te dwarsbomen van jeugdgroepen die nog moesten vertrekken. Een kordaat optreden van de ULDK, de enorme solidariteit tussen groepen en de steun van gewone burgers zorgden ervoor dat geen enkele jeugdbeweging in de kou bleef staan.

Half juli trokken hevige onweersbuien over Wallonië en Vlaanderen. De zware regenval leidde tot zelden geziene overstromingen, die de plaatselijke bevolking en jeugdverenigingen bijzonder hard troffen. Talloze jeugdkampen moesten worden ontruimd en op sommige terreinen spoelde het wassende water de tenten gewoon weg. Niet alleen ter plekke, maar ook voor de Uitleendienst Kampeermateriaal (ULDK) was het alle hens aan dek.

ULDK - Foto © Departement Cultuur, Jeugd en Media

Herverdeling kampeermateriaal

Door het noodweer kon een groot aantal ontleende tenten niet tijdig ingeleverd worden. Zo dreigde er een tekort te ontstaan voor de groepen die nog moesten vertrekken. Er kwam een crisisoverleg met de minister van Jeugd, zijn kabinet en vertegenwoordigers uit de sector. Onmiddellijk daarna opende een tijdelijk callcenter. De ULDK contacteerde alle groepen die in die periode terugkeerden van kamp. Ze registreerde hoeveel tenten niet zouden binnenkomen of beschadigd waren en dus niet beschikbaar waren voor uitlening. Aan de groepen die nog op kamp moesten vertrekken, werd gevraagd om minder tenten op te halen dan ze gereserveerd hadden. Op die manier kon het beschikbare kampeermateriaal herverdeeld worden en was er nooit een tekort.

Scouts en Gidsen - Foto © Fien Wallays

Hartverwarmende solidariteit

Veel jeugdwerkers droegen hier hun steentje toe bij en zorgden voor een vlotte interne communicatie. Het departement deelde de oproep via sociale media, waardoor ook burgers spontaan tenten aanboden. Dankzij de grote respons konden alle jeugdverenigingen rekenen op een tentenzeil boven hun hoofd.

De solidariteit tussen jeugdgroepen en de steun vanuit de bevolking toonde deze zomer nogmaals aan hoe krachtig én veerkrachtig jeugdwerk in Vlaanderen is. Ook noemenswaardig is de enorme wilskracht van kinderen en jongeren die lid zijn van een jeugdbeweging. Zij moesten vaak hun ondergelopen kampeerterrein verlaten om nadien ergens anders hun tenten op te slaan. Maar dat deden ze, in de mate van het mogelijke, met de glimlach. Hopelijk zijn de weergoden ons deze zomer gunstiger gestemd.

Chirojeugd - Foto © Jan Van Bostraeten

Foto © vzw Sportpret

Belang van het kind - stap 1

Belang van het kind - stap 2

4.5 In 5 stappen naar een beslissing in het belang van het kind

Wie bepaalt wat het beste is voor een minderjarige? En wat gebeurt er als er tegenstrijdige meningen zijn over wat ‘het beste’ is? Actoren die beroepsmatig of als vrijwilliger met kinderen en jongeren werken, worden vaak met dergelijke vragen geconfronteerd. Een stappenplan moet hen helpen om betere beslissingen te nemen, in het belang van de minderjarige.

Het belang van het kind kreeg een prominente plaats in het Kinderrechtenverdrag en is een centraal begrip om alle andere artikelen te interpreteren. Maar wat houdt dat begrip in? Wie bepaalt wat het beste is voor een minderjarige? En wat gebeurt er als ouders, leerkrachten, praktijkwerkers, de overheid of de minderjarige het daarover niet eens zijn?

Een stappenplan als leidraad

Actoren die beroepsmatig of op vrijwillige basis met kinderen en jongeren werken, hebben vaak een intuïtief aanvoelen van wat in het belang is van de minderjarigen die ze begeleiden. Toch is dat vaak niet zo eenvoudig te bepalen. Daarom gaven we het Kenniscentrum Kinderrechten (KeKi) de opdracht om een stappenplan over het belang van het kind op te stellen. Het moet praktijkwerkers een kader bieden om het belang van het kind te beoordelen en te bepalen in specifieke situaties.

Zo kunnen ze het stappenplan gebruiken bij beslissingen waarbij een individuele minderjarige of een kleine groep minderjarigen (bijvoorbeeld broers en zussen, een klasgroep, een groep in een jeugdbeweging) betrokken is. Het is bovendien toepasbaar in diverse contexten, zoals de jeugdhulp, het onderwijs, het jeugdwerk of justitie, steeds bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar.

Een betere beslissing in 5 stappen

Het stappenplan omvat 5 stappen met telkens verschillende bijkomende vragen. Het is belangrijk om de volgorde van de stappen te respecteren. Soms kan het wel zinvol zijn om een bepaalde stap of vraag meermaals aan bod te laten komen tijdens het proces. Daardoor is een tijdige evaluatie of bijsturing van het proces mogelijk.

De verschillende onderdelen van de het stappenplan:

  • Stap 1: Garandeer de basisprincipes
  • Stap 2: De minderjarige centraal
  • Stap 3: De situatie en de vraag
  • Stap 4: De analyse en de afweging
  • Stap 5: De beslissing

Belang van het kind - stap 5

Door aan de slag te gaan met het stappenplan, krijg je een beter begrip van de noden en rechten van de minderjarigen waarmee je rekening moet houden. En zo neem je betere beslissingen.

Nood aan bijkomende toelichting? Neem een kijkje in de handleiding. Daarnaast is er ook een handig invulrooster.

Belang van het kind - stap 3

Belang van het kind - stap 4