Veranderend beleidslandschap

We vinden het belangrijk om onze beleidsthema’s op een actuele manier in te vullen, zodat ze beantwoorden aan de noden van de sector. In 2019 zorgden we voor een update van een aantal decreten: van Kunst in Opdracht tot het Circusdecreet. Daarnaast zetten we DAB+ nog meer op de kaart en beschermden we immaterieel erfgoed in zijn verschillende vormen.

Nieuw decreet Kunst in Opdracht

Sinds 1 maart 2019 heeft Vlaanderen een nieuw decretaal kader voor het realiseren van kunstwerken in publieke gebouwen. De basisdoelstelling blijft om cultuur en kunst een plaats te geven in een bredere maatschappelijke context. Maar het decreet van 23 december 1986, ook wel het Percentagedecreet genoemd, bestond meer dan dertig jaar en was aan vernieuwing toe.

We vernieuwden het decreet aan de hand van een onderzoeks- en evaluatietraject, dat Idea Consult in 2017 begeleidde. Daarin onderzochten we onder meer hoe we konden bijsturen bij het afbakenen van het toepassingsgebied, hoe we konden inzetten op een breed spectrum van artistieke praktijken en hoe we de realisatie van kwaliteitsvolle kunstprojecten op een meer professionele manier konden ondersteunen. Aan het evaluatietraject nam een evenredige vertegenwoordiging van beleidsverantwoordelijken, opdrachtgevers, ontwerpers, kunstenaars en artistiek deskundigen deel.

Met de integraliteit en leesbaarheid in gedachten kozen we voor één nieuw decreet dat de realisatie van kunstopdrachten regelt voor gebouwen die zowel tot de Vlaamse Gemeenschap als het Vlaams Gewest behoren of erdoor gesubsidieerd worden.

De vijf bouwstenen van het nieuw decreet

In 2018 bepaalden we vijf te actualiseren bouwstenen voor een nieuwe decretale tekst:

  1. een gerichte afbakening van het toepassingsgebied
  2. een actualisering van de percentages en gedateerde bedragen
  3. het mogelijk maken van een breed spectrum van kunstvormen uit de professionele hedendaagse en evoluerende kunstpraktijk
  4. meer flexibiliteit voor de opdrachtgevers
  5. een betere begeleiding van Kunst in Opdracht en de creatie van een professioneel werkkader, dat opdrachtgevers, ontwerpers, deskundigen en kunstenaars een heldere blik op de materie van Kunst in Opdracht biedt.

Met de actualisering willen we tegemoet komen aan de bezorgdheden rond de financiering van de opdrachtgevers enerzijds en de artistieke ambities vanuit het kunstenveld anderzijds.

Aan de hand van het onderzoekstraject en de begeleiding creëerden we bij de betrokken actoren een draagvlak om het decreet te herzien. Daarmee zetten we in op de realisatie van kwaliteitsvolle kunstprojecten en voorzien we een betere begeleiding van opdrachtgevers, ontwerpers en kunstenaars. Het bevestigt de visie dat kunst een meerwaarde betekent voor de leefomgeving en dat de Vlaamse overheid daarin een stimulerende en regelgevende rol moet vervullen. Die gedeelde visie is de sokkel geworden voor de nieuwe tekst die op 19 maart 2019 in het Belgisch staatsblad verscheen en sindsdien als het nieuwe ‘decreet Kunst in Opdracht’ van kracht is.

Iedereen telt!

De uitrol van een nieuw decreet geeft ons steeds een nieuwe blik op wat leeft in het veld en zorgt ervoor dat we nieuwe contacten leggen binnen de sector. Beide bovenlokale decreten Cultuur en Jeugd waren daar geen uitzondering op. Zo voorzagen we al bij de opmaak van het decreet bovenlokaal jeugdwerk allerhande momenten om informatie uit te wisselen met de organisaties die de impact ervan zouden voelen.

Maar daar bleef het niet bij. We namen contact met een sector die voordien amper werd bediend, en betrokken hem bij de reflectiegroep rond het decreet en, waar mogelijk, bij de verdere praktische uitrol van het decreet. De subsidielijn voor werkingen voor kinderen en jongeren met een handicap heeft ons een beter zicht gegeven op die deelsector en hun noden en behoeften, die we nog volop verder aan het ontdekken zijn.

2019 was het eerste indienjaar voor deze structurele subsidielijn. Naast de contacten onder Jeugdwerk Voor Allen (JWVA) zorgt ook de uitrol van de projectsubsidielijn voor de organisaties voor heel wat uitdagingen en nieuwe informatie. De projectsubsidielijn richt zich op werkingen, die volledig gedragen worden door vrijwilligers. De subsidielijn gaat van start begin 2020 en geïnteresseerden kunnen jaarlijks een aanvraag indienen. Zo leggen we ook meer contacten met collega’s in andere domeinen van de Vlaamse overheid.

"Ik vond het als inclusieambtenaar voor de doelgroep personen met een handicap fijn om vast te stellen dat vrijetijdsbesteding voor kinderen en jongeren met een beperking een evenwaardige plaats binnen het brede jeugdwerkveld kreeg. Bovendien werd dit op een mooie manier in het nieuwe bovenlokale decreet opgenomen. Streven naar meer inclusie is een belangrijk beleidsprincipe, maar het krijgt pas echt betekenis als het in de dagelijkse omgang tussen jongeren gebeurt. Dat zien we bijvoorbeeld in het lokale en bovenlokale netwerkgebeuren van Jeugdwerk Voor Allen (JWVA). En daarom verdienen zij een pluim!"

Rudi Kennes Adviseur-expert inclusief en internationaal beleid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)

Beurzen vakmanschap

Erfgoed is niet per se tastbaar. Denk maar aan het vakmanschap dat in de hoofden en handen van mensen zit. In 2019 werden 35 beurzen toegekend voor het doorgeven van vakmanschap in meester-leerling-trajecten, goed voor een totaalbedrag van 1,15 miljoen euro. Daarmee kwam een vervolg aan een subsidielijn die in 2018 gelanceerd werd. De beurzen passen goed in het beleid rond immaterieel erfgoed: ook niet-tastbaar erfgoed is immers erg waardevol, maar ook kwetsbaar.

Ademruimte dankzij een beurs

Vakmanschap doorgeven is onmisbaar om het levend te houden. Maar vaak is dat intensief en tijdrovend proces. De beurzen geven vakmensen ademruimte om een aantal maanden tot twee jaar intensief samen te werken met iemand die bij hem of haar in de leer gaat. Zowel de meester als de leerling ontvangen een stuk van de beurs, samen maximaal 2.000 euro per maand.

Een deel van de beurzen gaat naar beoefenaars van ambachten, zoals smeden, borduren of drukken. Oude praktijken leiden zo vaak tot nieuwe creaties, zoals bij het maken van juwelen of in mode. In onze regio is ook heel wat know-how aanwezig over het in stand houden van cultureel erfgoed, bijvoorbeeld de restauratie van oude handschriften. In een regio van Bourgondiërs mogen ook eten en drinken niet ontbreken, met trajecten rond bijvoorbeeld wijnbouw. Vakmanschap wordt cultuurbreed opgevat, met interessante trajecten uit de podiumkunsten rond scenografie, of het maken van muziekinstrumenten zoals hakkeborden. Tot slot kan ook vakmanschap dat nieuwkomers naar Vlaanderen meebrengen leiden tot een boeiende interculturele samenwerking. Denk maar aan Marokkaanse instrumenten bespelen of Oost-Europese dansstijlen.

Meester-leerling traject: bouwen van een draailier

Meester-leerling traject: theaterpoppen maken

Luistertijd via DAB+ verdriedubbeld

Je hebt de afgelopen jaren misschien al gehoord over digitale radio (DAB+) of wie weet heb je al een DAB+-toestel in huis of in de wagen.

De digitalisering van het radiolandschap is een prioriteit voor de Vlaamse overheid. Dat blijkt niet alleen uit de bepalingen van het regeerakkoord van 2019, maar ook uit de inspanningen die de overheid neemt om van DAB+ een succes te maken.

Stuurgroep Digitale Radio Vlaanderen

Het Departement Cultuur, Jeugd en Media is lid van de stuurgroep Digitale Radio Vlaanderen, een consortium van marktspelers die via campagnes en andere acties DAB+ promoten. Daarnaast doet de overheid een beroep op externe experten die advies geven en de bovenvermelde stuurgroep leiden. Verder wordt de projectwerking van het jaarplan DAB+ met subsidies ondersteund. Zo zijn er een heel reeks acties en campagnes. Bovendien leggen de medewerkers ook contact met de retailsector en de auto-industrie.

Tot slot voerden we in 2018 en 2019 een meting uit naar de naambekendheid en groei van digitaal radioluisteren en DAB+. Daaruit blijkt dat de luistertijd via DAB+ in een jaar tijd verdriedubbeld is: van 3 naar 9%. Meer dan de helft van de Vlaamse bevolking kent DAB+ (55%) en een op vier heeft reeds een DAB+-toestel of wil er een kopen. Ook het aanbod is heel ruim: via DAB+ worden niet minder dan 33 radiostations landelijk verdeeld.

Nieuw immaterieel erfgoed op Inventaris Vlaanderen

In 2019 voegden we vijf nieuwe elementen toe aan de Vlaamse Inventaris van het Immaterieel Cultureel Erfgoed: het jachthoornblazen, het schutterswezen, de Sint-Gummarusprocessie, de Sint-Veroonmars en het witteren.

De Inventaris Vlaanderen van het Immaterieel Cultureel Erfgoed geeft een overzicht van niet-tastbaar erfgoed: gewoontes en gebruiken, kennis en praktijken in Vlaanderen die geborgen worden. Borgen is zorgen: het is bewust actie ondernemen om te zorgen dat mensen het erfgoed kennen en dat nieuwe generaties zin krijgen om mee te doen.

Achter dit immaterieel erfgoed staan de erfgoedgemeenschappen. Ze voeren de tradities uit maar engageren zich ook voor een duurzame erfgoedzorg.

De muziekkunst van het jachthoornblazen

De Franse jachthoorn (trompe d’Orléans) ontstond in Frankrijk als signaalinstrument bij de jacht te paard, maar evolueerde tot een volwaardig muziekinstrument. Zo wordt het onder andere in Vlaanderen gebruikt tijdens concerten of om ceremonieën of feestelijke evenementen zoals de Sint-Hubertusvieringen op te luisteren. Momenteel zijn er negen groepen in Vlaanderen: vier in de provincie Vlaams-Brabant, drie in de provincie Antwerpen, een in de provincie Limburg en een in de provincies Oost- en West-Vlaanderen.

Historisch schutterswezen in Vlaanderen

Schuttersgilden werden eeuwen geleden opgericht om de veiligheid van de plaatselijke bevolking te garanderen. Vandaag bestaan ze nog steeds. Die gilden hebben dan ook een rijk verleden, doorspekt met historische feiten en tradities. Onder andere de gildedansen, het vendelen en de trommelkorpsen zijn eigen aan het gildeleven. Maar ook heel wat oude voorwerpen en antieke gildebreuken en koningszilver bevestigen hun rijke verleden.

De Federatie voor Vlaamse Historische Schuttersgilden zet actief in op het levend houden van de tradities.

Sint-Gummarusprocessie (Lier)

De Lierenaars vieren elk jaar de stadspatroon Sint-Gummarus. De Sint-Gummarusbedevaart bereikt zijn hoogtepunt op de bedevaartdag met een bedevaartmis en een processie door de straten van Lier. De kern van de processie is het zeventiende-eeuwse zilveren reliekschrijn van Sint-Gummarus, de ‘Sint-Gummaruskas’. Het schrijn wordt door zestien mannen van het Genootschap van de Kasdragers van Sint-Gummarus door de straten van Lier gedragen. Om de vijfentwintig jaar vindt een jubeljaar plaats. Dan erkent de bisschop of zijn afgevaardigde de relieken en vindt er een jubelprocessie plaats. Het meest recente jubeljaar was 2015.

Sint-Veroonmars Lembeek (Halle)

De Veroonmars in Lembeek gaat jaarlijks door op Paasmaandag. Honderden Lembekenaren en bedevaarders begeleiden dan het zilveren schrijn van hun patroonheilige Sint-Veroon. Volgens de legende was Sint-Veroon de achterkleinzoon van Karel de Grote. Hij vluchtte weg uit het ouderlijk kasteel te Mainz en belandde in Lembeek op de Hoeve Pergate, waar hij hoeveknecht werd en omstreeks 863 overleed. Tijdens zijn leven in Lembeek liet Veroon zich opmerken door zijn godsvrucht en deed hij zelfs enkele mirakels. In 1004, meer dan honderd jaar na zijn dood, verscheen hij aan de heilige Hubertus, pastoor van de gemeente Lembeek. Sint-Veroon beviel hem zijn graf te herwaarderen. Sindsdien kent Lembeek een grote volkstoeloop en de gemeente werd een bedevaartplaats. Vandaag roepen gelovigen Sint-Veroon aan bij hoofdpijn en reumatische aandoeningen.

Witteren

Elk jaar zet een hechte groep van vrijwilligers zich in om de graslanden op de Grote Watering in Lommel op de traditionele manier te bevloeien. Het ‘witteren’ is een eeuwenoude vorm van graslandbevloeiing, waarbij enkel gebruik gemaakt wordt van de zwaartekracht om water op het grasland te brengen. Men legt het oppervlak aan in rugvormige bedden en leidt het water door sloten en sluizen zodat dat greppels in het midden van de ruggen kunnen vollopen. Van hieruit kan het water aan weerszijden naar de greppeltjes tussen twee bedden stromen, voor het wordt afgevoerd. Op die manier komen vocht en mineralen terecht tussen de plantenwortels. Bij die praktijk zijn heel wat organisaties betrokken, waarbij erfgoed en natuur heel mooi op elkaar inhaken.

Jachthoornblazen

Historisch Schutterswezen

Sint-Gummarusprocessie Lier

Sint-Veroonmars Lembeek (Halle)

Innovatieve partnerprojecten

Onderzoek toont aan dat innovatieve creaties en disruptieve ideeën het best tot ontwikkeling komen bij cross-sectorale samenwerkingen tussen culturele en niet-culturele partners.

Met de subsidieoproep Innovatieve Partnerprojecten spelen we daarop in. We bieden zo diverse culturele spelers de kans om samenwerkingen aan te gaan met spelers uit niet-culturele sectoren en dergelijke innovatieve projecten op te starten.

Aanvullende financiering voor de culturele sector

De partnerprojecten openen voor de cultuursector vaak gesloten deuren en bieden de middelen en tijd om nieuwe onderwerpen en vraagstellingen te onderzoeken. Culturele organisaties treden dankzij die partnerschappen uit hun comfortzone en verleggen zo hun grenzen. Omdat de eigen inbreng van de niet-culturele partner(s) minimaal 25% van de totale kosten bedraagt, voorzien de innovatieve partnerprojecten de culturele sector ook van aanvullende financiering. De partnerprojecten kunnen maximaal drie jaar lopen, de subsidie bedraagt maximaal 80.000 euro per project.

In het verleden kregen kunstenaars als Laure-Anne Jacobs, Nick Ervinck, Anne Marie Maes maar ook organisaties zoals Het nieuwstedelijk, Timelab of SEADS al subsidies binnen die projectlijn. Elke ronde neemt het aantal niet-culturele sectoren toe en worden ze ook diverser. De samenwerkingen zijn uitgegroeid van eerder voordehandliggende sectoren zoals de audiovisuele industrie, sport en communicatie tot voor kort onbereikbare sectoren als de metaalindustrie, juridische dienstverlening en land- en tuinbouw.

De kracht van spillovers

De resultaten van de samenwerking binnen die innovatieve partnerprojecten zijn heel positief, zo blijkt uit de bevraging van de gesubsidieerden. Binnen de zogenaamde “kennisspillovers” ervoer 84% van de gesubsidieerden een sterkere samenwerking, die grensoverschrijdend en tussen verschillende sectoren plaatsvond. 74% ervoer een stimulering van de creativiteit en een aanmoediging van latent talent. 63% ervoer dan weer een facilitering van kennisuitwisseling en door cultuur aangestuurde innovatie, 58% een veranderende houding in participatie in en openstaan voor de kunsten. 37% van de gesubsidieerden ervoer ook een toename van innovatie en digitale technologie (industriespillover) en 63% een groei van sociale cohesie, gemeenschapsontwikkeling en integratie (netwerkspillover).

Opvallend is daarbij ook hoe positief de actoren tegenover die nieuwe subsidielijn staan. 79% van de gesubsidieerden gaf aan dat de samenwerking met de niet-culturele partners goed tot zeer goed verliep. 68% van de ondervraagden vond dat de innovatieve partnerprojecten een grote tot heel grote impact hadden op hun eigen organisatie. 74% was het eens met de stelling dat hun project innovatie teweeg had gebracht in de sector.

We trokken de bovenlokale kaart met twee nieuwe decreten

Een specifieke plek tussen de Vlaamse en de lokale schaal

Het bovenlokale niveau overschouwt met enige afstand het lokale en heeft tegelijk oog voor wat op Vlaams niveau beweegt. Daarom is het optimaal en uiterst operationeel om stimulerende initiatieven op te zetten én om samenwerkingen op te starten, te coördineren en verder te zetten. De bovenlokale schaalgrootte maakt het ook mogelijk om in een groter verhaal transversaal als bruggenbouwer tussen diverse sectoren en beleidsdomeinen te fungeren.

Twee nieuwe bovenlokale decreten

Het decreet bovenlokale cultuurwerking

De Vlaamse overheid creëerde met het decreet van 15 juni 2018 betreffende de bovenlokale cultuurwerking een kader om een nieuwe bovenlokale, culturele ruimte te verankeren in het beleid. In de loop van 2019 zetten we de subsidielijnen van het decreet open. 293 bovenlokale cultuurprojecten en 19 intergemeentelijke samenwerkingsverbanden dienden een aanvraag in. Daarnaast richtten we ook een bovenlokaal steunpunt op.

Het decreet bovenlokaal jeugdwerk

Het decreet bovenlokaal jeugdwerk van 22 december 2017 bestaat uit vijf subsidielijnen. In 2019 konden twee types van organisaties al een dossier indienen, met name de geprofessionaliseerde jeugdhuizen en de geprofessionaliseerde werkingen met kinderen en jongeren met een handicap. Het resultaat is dat de komende vier jaar respectievelijk 3,7 miljoen euro naar 49 jeugdhuizen gaat en 1,3 miljoen euro naar geprofessionaliseerde werkingen voor kinderen en jongeren met een handicap.

Team Transversaal en Bovenlokaal op kruissnelheid

We werkten het voorbije jaar hard aan de uitrol van de twee nieuwe decreten. We hielden acht infosessies waar zevenhonderd mensen aanwezig waren, we tekenden en bouwden vijf digitale aanvraagmodules in KIOSK en installeerden een centraal bovenlokaal infopunt. En er werden in totaal ongeveer 400 dossiers ingediend.

Nieuw Circusdecreet

Inspelen op de bloei en de noden van de Vlaamse circussector. Daarvoor riep Vlaanderen het nieuwe Circusdecreet in het leven, een subsidie-instrument dat het Vlaamse circusveld kansen wil geven om zich te professionaliseren. De keuze om vast te houden aan een apart subsidiekanaal voor circus geeft een sector in volle ontwikkeling de nodige aandacht en ondersteuning op maat. Het Circusdecreet werd op 1 maart 2019 door de Vlaamse Regering bekrachtigd.

Link met andere kunstvormen

Het Vlaamse circus legt steeds meer de link met andere kunstvormen als dans, theater, muziek … Zo ontstaan er veel transdisciplinaire werken (producties met een mengvorm aan kunstdisciplines) en multidisciplinaire festivals.

Artistieke reflectie versus techniek

Vlaamse circusmakers kijken steeds vaker met een kritische blik naar hun praktijk en doen aan artistiek onderzoek. Sommige gezelschappen houden nog vast aan het tonen van een sterke circustechniek op het podium. Andere gezelschappen maken de keuze om het artistieke onderzoek van zowel lichaam als objecten te verwerken in hun voorstellingen. Artistieke reflectie en techniek kunnen uiteraard ook samengaan.

Circusbudget 2019

Het totale budget voor de ondersteuning van de Vlaamse circuskunsten bedroeg 2.900.879 euro in 2019. Daarvan ging 522.000 euro naar vijf circusateliers die op naam in het nieuwe Circusdecreet ingeschreven zijn, als een soort van overgangsmaatregel voor de jaren 2019 en 2020. Een bedrag van 706.879 euro ging naar de werking van het Circuscentrum en 1.672.000 euro ging naar creatie-, spreidings- en promotieprojecten.

Follow Me - Be Flat


Grond

Be Flat