Foto © Muzische workshops

7. Veranderend beleids­landschap

2021 was een goed gevuld jaar op vlak van beleidsveranderingen. Zo werd het Kunstendecreet licht aangepast om de dynamiek en de duurzaamheid van de kunstensector voor de toekomst te waarborgen. Daarnaast kregen 74 erkende jeugdverenigingen het nieuws dat ze tot en met 2025 een werkingssubsidie zullen ontvangen. Maar ook wat het Europese niveau betreft, waren er het afgelopen jaar nieuwigheden op beleidsvlak. Zo werd het Europees Wetboek voor Elektronische Communicatie (EWEC) omgezet in het Vlaamse Mediadecreet en is het nieuwe Creative Europe-programma van start gegaan. Je ontdekt alles over deze zaken in dit hoofdstuk.

7.1 De kracht van het jeugdwerk versterken met meer ondersteuning

Vlaanderen heeft een rijk jeugdwerklandschap. De Vlaamse overheid erkent en ondersteunt de jeugdorganisaties die op Vlaams niveau actief zijn. 74 erkende jeugdverenigingen kregen in september 2021 te horen dat ze de volgende 4 jaar een werkingssubsidie ontvangen. Samen met de basissubsidies gaat er zo jaarlijks 32.919.000 euro naar de erkende verenigingen.

Op dit moment telt de jeugdsector 97 erkende jeugdverenigingen. Ze worden erkend en gesubsidieerd op basis van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid. Erkende jeugdverenigingen ontvangen jaarlijks een basissubsidie van 80.463 euro. Ze kunnen om de vier jaar aanvullend een ‘variabele werkingssubsidie’ aanvragen.

Subsidiebeslissing na intensieve adviesperiode

Voor 1 januari 2021 dienden maar liefst 78 erkende jeugdverenigingen een beleidsnota in. Drie adviescommissies met externe deskundigen en het team Jeugd bogen zich zes maanden lang over de aanvragen. Ze namen de beleidsnota’s door, vroegen aanvullende toelichting en verwerkten de replieken van de jeugdverenigingen op de ontwerpadviezen.

In juli bezorgden ze hun definitieve adviezen aan de minister. Op basis daarvan besliste de minister half september om aan 74 jeugdverenigingen een variabele werkingssubsidie toe te kennen voor de beleidsperiode 2022-2025.

Budget verhoogd met ruim 1,5 miljoen euro

67 jeugdverenigingen ontvangen een hoger bedrag dan in 2021. Bij 34 jeugdverenigingen gaat het om een belangrijke toename van de middelen voor specifieke doelstellingen. Zo ontvangt ruim een derde van die verenigingen bijkomende middelen om meer activiteiten voor kinderen en jongeren te realiseren. Nog ruim een derde kan door bijkomende middelen een meer diverse doelgroep bereiken. Bij de overige verenigingen gaat het om specifieke inspanningen rond bijvoorbeeld digitaal jeugdwerk of kwaliteitszorg.

De beslissing van de minister over deze werkingssubsidies draagt in belangrijke mate bij tot de Vlaamse beleidsdoelstelling om ‘de kracht van het jeugdwerk verder uit te bouwen’. Zo gaat er vanaf 2022 jaarlijks 32.919.000 euro naar de 97 erkende jeugdverenigingen. Daarvoor verhoogde de minister het budget met 1.554.000 euro. Bovendien kwam er 155.000 euro vrij door het uitdoven van geregulariseerde DAC-projecten (Derde Arbeidscircuit, een tewerkstellingsmaatregel uit de jaren ’80). Ook die middelen werden bij het budget gevoegd.

Je kunt het overzicht van de werkingssubsidies per organisatie raadplegen op onze website.

ABConcerts - Flavia Coelho - Foto © Michelle Geerardyn

7.2 Nieuw Kunstendecreet staat garant voor dynamiek en duurzaamheid

Het nieuwe Kunstendecreet trad op 1 november vorig jaar (gedeeltelijk) in werking, wat de nieuwe aanvraagronde voor de werkingssubsidies 2023-2027 mogelijk maakte. Het decreet onderging een aantal aanpassingen om de dynamiek en de duurzaamheid van de kunstensector voor de toekomst te waarborgen. De belangrijkste basisideeën uit de vorige edities blijven wel behouden.

Het Kunstendecreet is sinds 2004 het belangrijkste subsidiekader voor professionele kunstorganisaties en kunstenaars in de Vlaamse Gemeenschap. Verschillende kunstvormen komen in aanmerking: muziek, fotografie, architectuur, vormgeving, podiumkunsten, beeldende -/audiovisuele -/transdisciplinaire - en cross-sectorale kunsten. Jaarlijks ontvangen honderden organisaties en kunstenaars ondersteuning via dit decreet, voor een totaal van ongeveer 160 miljoen euro.

Het nieuwe Kunstendecreet werd op 23 april 2021 door de Vlaamse regering bekrachtigd. Met de goedkeuring van het uitvoeringsbesluit op 16 juli rondde de Vlaamse Regering het wetgevingsproces voor het nieuwe decreet af.

Wat is nieuw?

De belangrijkste basisideeën uit de vorige edities van het decreet (2004 en 2013) blijven ook in de nieuwe versie behouden. Er waren wel een aantal aanpassingen en vernieuwingen om zowel de dynamiek als de duurzaamheid van de kunstensector toekomstgericht te waarborgen. De bijkomende focus op landschapszorg is daarbij cruciaal. Enkele grotere kunstenhuizen krijgen daarom een duurzamer subsidieperspectief. Tegelijkertijd versterkt het decreet de budgettaire zekerheid voor de kortlopende subsidie-instrumenten door een minimaal percentage vast te leggen. Extra aandacht gaat naar kansen op een internationale werking voor kunstenaars en kunstenorganisaties. Verder stimuleert het nieuw Kunstendecreet actief de toepassing van de principes van fair practice en integriteit.

In de praktijk

Het decreet en het uitvoeringsbesluit kenden een kort en intens ontstaansproces, maar resulteerden in een onderbouwd, vlot hanteerbaar en toekomstgericht werkinstrument. Vanaf het voorjaar 2021 hebben we proactief ingezet op de praktische uitwerking van de nieuwe wetgeving: aanvraagformulieren, webapplicaties, informaticatoepassingen, rekruteren van beoordelaars, enzovoort.

We hebben ook gewaakt over een heldere communicatie naar het kunstenveld, want de kwaliteit van dit nieuwe Kunstendecreet zal worden afgemeten aan de praktische toepassing ervan. En die kwam er al snel aan. De indiening van de aanvragen voor werkingssubsidies op 1 december 2021 was de eerste horde in een reeks die tot en met eind 2022 zal lopen. De Olympische Spelen voor het Kunstendecreet mogen dan wel met een jaar uitstel zijn gestart, het belooft een heel lange editie te worden.

Foto © VRT

7.3 Meer middelen en nieuwe doelgroep voor Creative Europe-programma 2021-2027

Het nieuwe Creative Europe-programma is in 2021 met bijna een half jaar vertraging van start gegaan. Dat kwam door een late goedkeuring van het 7-jarige Europese financiële kader (2021-2027), in combinatie met de impact van de coronacrisis. Het globale budget voor het nieuwe programma bedraagt 2,46 miljard euro, een opmerkelijke toename in vergelijking met de vorige periode.

Cultuur als maatschappelijke pijler

De Europese Unie schenkt extra aandacht aan cultuur in alle diversiteit in de Europese samenleving. Ze erkent cultuur ten volle als maatschappelijk fundament en als betekenisvolle, economische factor.

Met het nieuwe Creative Europe-programma bouwt de Unie verder op het vorige en wil ze ook de samenwerking over de grenzen heen stimuleren. Culturele diversiteit en het daarmee verbonden erfgoed vormen op dat vlak een sterke inhoudelijke en maatschappelijke basis.

Net als in alle andere EU-programma’s komen ook in Creative Europe de grote Europese thema’s aan bod, wat voor een hele omwenteling zorgt. Op de eerste plaats staat de Green Deal of de vergroening van de culturele, audiovisuele en nieuwssectoren, hun activiteiten en industrieën. Verder gaat er ook aandacht naar de zorg voor gendergelijkheid, inclusie en waardering van culturele diversiteit, en naar de digitale transitie.

Meer middelen en een nieuwe sectorale doelgroep

In vergelijking met de vorige periode 2014-2020 is het totale budget van het subsidieprogramma verhoogd van 1,42 miljard euro naar 2,46 miljard euro. Met deze stijging wil Europa tegemoetkomen aan de noden van de zwaar getroffen culturele, audiovisuele en nieuwssectoren.

Naast de groei in middelen is Creative Europe als programma verder uitgebreid met een nieuwe sectorale doelgroep. Naast de culturele en de audiovisuele sector komt de nieuwssector als derde in het vizier. Want ook in Europa staat objectieve en onafhankelijke nieuwsverslaggeving onder druk.

Het programma bestaat nog steeds uit een cultuurluik, een MEDIA-luik en een cross-sectoraal luik. De nieuwssector wordt ondergebracht in het laatste luik.

Wat zijn de andere nieuwigheden?

Niet onbelangrijk voor de audiovisuele sector is dat België vanaf 2021 bij de zwaargewichten qua industriële audiovisuele capaciteit behoort. Vroeger bevond België zich in de middengroep. Nu is België een hoog capaciteitsland binnen een tweedeling tussen hoge en lage capaciteitslanden, wat de competitie voor een subsidie zwaarder maakt.

Specifiek in de cultuursector gaat er voortaan extra aandacht naar het New European Bauhaus-initiatief en het bestrijden van antisemitisme.

Er is een aanzienlijke toename in het aantal subsidieoproepen, daarnaast wordt het subsidieaanbod ook diverser. Hieronder lichten we er enkele voorbeelden uit.

  • In het cultuurluik zijn de culturele samenwerkingsprojecten meer verscheiden in omvang, waardoor er meer kansen voor kleinere organisaties komen. Zo zijn er nieuwe sectorspecifieke benaderingen en oproepen rond literatuur, erfgoed, muziek en podiumkunsten. Verder is er een nieuw mobiliteitsluik voor kunstenaars en cultuurprofessionals.
  • In het MEDIA-luik is er een nieuwe oproep voor transnationale co-ontwikkelingsprojecten rond cultureel erfgoed. Nieuw is ook de ondersteuning van netwerken van Europese filmfestivals in plaats van enkelvoudige festivals. Verder moet een nieuwe oproep zorgen voor innovatie in de hele audiovisuele waardeketen.
  • In het cross-sectorale luik moet het European Creative Innovation Lab samenwerking met de audiovisuele sector stimuleren. Bedoeling is samen op zoek te gaan naar nieuwe businessmodellen, concepten en werkwijzen.
  • Het cross-sectorale luik bevat ook verschillende nieuwe oproepen voor de nieuwssector: journalistieke samenwerkingen, journalistieke netwerken, nieuwsgeletterdheid, mediavrijheid en pluralisme, enzovoort.

Culturele sector

In het cultuurluik zijn de culturele samenwerkingsprojecten meer verscheiden in omvang, waardoor er meer kansen voor kleinere organisaties komen.

  • Er zijn nieuwe subsectorale benaderingen en oproepen naast de bestaande voor literatuur, met de sectoren erfgoed (European Heritage label), muziek (Music Moves Europe) en podiumkunsten (Perform Europe) als voornaamste.
  • Er is een nieuwe oproep voor mobiliteit van kunstenaars en cultuur-professionelen.
  • In het cross-sectorale luik roepen we met het European Creative Innovation Lab op tot samenwerking met de audiovisuele sector, om samen op zoek te gaan naar nieuwe businessmodellen, concepten en werkwijzen.

Audiovisuele sector

  • In het MEDIA-luik is de oproep voor een enkelvoudige ontwikkeling van een audiovisueel werk vervangen door een co-ontwikkelingsproject met een of meerdere productiehuizen uit een ander land dat bijdraagt aan cultureel erfgoed.
  • Vanaf 2022 worden er geen oproepen voor enkelvoudige filmfestivals meer gelanceerd maar wel netwerken van Europese filmfestivals.
  • Zoals voor de cultuursector is er ook een nieuwe sectorgerichte oproep Films on the Move?
  • De oproep Innovatieve Instrumenten en Businessmodellen is specifiek bedoeld voor onderdelen van de audiovisuele waardeketen. Vanaf 2022 zorgt de oproep 360° ook voor innovatie voor de gehele audiovisuele waardeketen.
  • In het cross-sectorale luik slaan we met European Creative Innovation Lab de brug met de cultuursector.

Nieuwssector

In het cross-sectorale luik zijn er verschillende nieuwe oproepen voor journalistieke samenwerkingen, journalistieke netwerken, nieuwsgeletterdheid, mediavrijheid en pluralisme, enzovoort.

Tot slot is er een nieuwe wijze van indienen, opvolgen en rapporteren via de Europese Portal. De voorwaarden in vele oproepen en in verschillende acties zijn minder streng geworden. Daarnaast is de rapporteringswijze vereenvoudigd.

Informatiedesk voor Vlaanderen en Brussel

Wil je meer informatie over wat het Creative Europe-programma allemaal te bieden heeft? Dan kun je nog steeds terecht bij de Creative Europe Desk – Vlaanderen binnen het Departement Cultuur, Jeugd en Media. Zowel de Cultuur Desk als de MEDIA Desk staan klaar om aanvragers uit Vlaanderen en Nederlandstalig Brussel doorheen de vele subsidiemogelijkheden te loodsen.

Achter de schermen - Foto © VRT

7.4 Nieuwe beheersovereenkomsten met het Vlaams Audiovisueel Fonds

In 2021 onderhandelde het Departement Cultuur, Jeugd en Media over de nieuwe beheersovereenkomsten 2022-2025 met het Vlaams Audiovisueel Fonds, namelijk voor het VAF/Filmfonds, VAF/Mediafonds en VAF/Gamefonds. Via die overeenkomsten investeert de Vlaamse overheid in kwaliteitsvolle audiovisuele content en games. Voor het eerst wordt er ook financiering voorzien voor de creatie van podcasts. Om de productie van Vlaamse content te verhogen en zo de slagvaardigheid van de sector verder te versterken, wordt in 2022 ook een eenmalige impulspremie voorzien in het kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht.

Via het Vlaams Audiovisueel Fonds ondersteunt de Vlaamse overheid de Vlaamse onafhankelijke, professionele audiovisuele sector en de gamesector. In de nieuwe beheersovereenkomsten met het VAF/Filmfonds, VAF/Mediafonds en VAF/Gamefonds worden de beleidslijnen vastgelegd voor de periode 2022-2025.

Naar aanleiding van deze onderhandelingen bestelde het departement een doorlichting van het audiovisuele beleid in Vlaanderen. Die studie werd uitgevoerd door onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel en Universiteit Antwerpen en omvatte analyses over de belangrijkste trends en behoeften in de audiovisuele en gamesector, het Vlaams Audiovisueel Fonds, de stimuleringsregeling voor dienstenverdelers en de investeringsverplichting voor niet-lineaire omroeporganisaties.

Investeren in kwaliteitsvolle Vlaamse audiovisuele content en games

Het VAF zet in 2022 binnen de 3 fondsen verder in op de heropstart van de Vlaamse audiovisuele sector en gamesector. Dat gebeurt met middelen uit het relanceplan Vlaamse Veerkracht. Zo zal het VAF eenmalig een extra budget investeren in kwaliteitsvolle Vlaamse audiovisuele content en games. Daardoor kunnen de maximumproductiesteunbedragen voor Vlaamse films, series en games worden opgetrokken. kunnen aan de animatiesector hogere bedragen worden toegekend voor internationale coproducties en kan een tweede grote publieksfilm worden ondersteund. Daarnaast zal het VAF ook bijkomende ondersteuning voorzien binnen Talentontwikkeling en Innovatielab. Verder worden er ook middelen ingezet binnen Publiekswerking om de gevolgen van de coronacrisis voor vertoners, festivals en filmwijze initiatieven op te vangen.

Ook de reguliere toelage aan het VAF/Filmfonds en het VAF/Gamefonds wordt na het relancejaar 2022 verhoogd. Zo stijgt de toelage aan het VAF/Filmfonds vanaf 2023 met 1.053.000 euro om de steun aan creatie en de publiekswerking te versterken. Vanaf 2023 neemt de toelage aan het VAF/Gamefonds toe met 447.000 euro.

Het VAF wil verder bouwen aan een kwaliteitslabel voor Vlaamse audiovisuele content en zet daarbij in op de identiteit, zichtbaarheid en beschikbaarheid van Vlaamse content. Dat doet het VAF in de eerste plaats door audiovisuele producties te financieren, maar ook door in te zetten op begeleiding en ondersteuning van creatie en talent. Via Flanders Image zorgt het VAF voor nationale en internationale promotie van de audiovisuele creaties die het ondersteunt.

Volwaardig VAF/Gamefonds en ondersteuning van podcasts

Het is de uitdrukkelijke ambitie van het VAF om het VAF/Gamefonds de komende beleidsperiode uit te bouwen tot een volwaardige derde poot binnen het VAF. Daartoe zal het VAF het creatieproces op dezelfde manier benaderen als bij het VAF/Filmfonds en VAF/Mediafonds, met aandacht voor gamedesign, storytelling, ontwikkeling, productie, marketing en distributie.

Voor het eerst omvat de beheersovereenkomst met het VAF/Mediafonds ook een opdracht rond de ondersteuning van podcasts. Het VAF ontwikkelt een nieuwe beleidslijn om deze jonge en dynamische sector te ondersteunen.

Het VAF/Filmfonds zal haar publiekswerking dynamiseren en zal een overkoepelende beleidsvisie ontwikkelen om een divers en sterk beleid rond vertoning, spreiding en filmwijsheid te ondersteunen.

Vinger aan de pols door overleg en monitoring

Gezien de opportuniteiten, snelle evoluties en uitdagingen van de markt en het evoluerende kijkgedrag zal het VAF tijdens de beleidsperiode 2022-2025 meer inzetten op structureel overleg met de sector. Daarbij gaat het VAF zowel in overleg met de audiovisuele en gamesector als de opleidingshoofden.

Het VAF neemt zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid ernstig en speelt op dat vlak vanuit zijn concrete ondersteuningsbeleid de rol van katalysator voor de volledige audiovisuele en gamesector. Het VAF zal onder andere verder inzetten op ecologische duurzaamheid, fair practices, gendergelijkheid, inclusie en toegankelijkheid.

Het VAF zal ook evoluties in de Vlaamse audiovisuele en gamesector monitoren door gericht data te verzamelen over publieksbereik, de evolutie van businessmodellen en economische kennis om een volwaardig en gezond ecosysteem voor de audiovisuele en gamesector mee te helpen vormgeven.

Antwerp Symphony- - Foto © Vincent Callot

7.5 Europees Wetboek voor Elektronische Communicatie (EWEC) omgezet in het Vlaamse Mediadecreet

De belangrijkste actuele Europese regels rond elektronische communicatie zijn samengevoegd en geconsolideerd in het Europese Wetboek voor Elektronische Communicatie (EWEC). Vorig jaar werd het EWEC gedeeltelijk omgezet in het Vlaamse Mediadecreet. Die omzetting heeft gevolgen voor de audiovisuele mediasector, meer bepaald voor aanbieders van kabelomroepnetwerken en etheromroepnetwerken, en voor dienstenverdelers.

Het EWEC (vastgesteld bij richtlijn (EU) 2018/1972 van 11 december 2018) hervormt de vroegere regels rond elektronische communicatie en komt zo komt tegemoet aan de noden van de digitale economie en de digitale samenleving... Het EWEC regelt niet de inhoud van diensten die via elektronische communicatie geleverd worden. Het bevat wel regels rond onder meer de elektronische communicatienetwerken en -diensten, het gebruik van het spectrum en van nummers, het statuut van de regulator en de bescherming van eindgebruikers.

Het EWEC werd bij decreet van 2 juli 2021 omgezet in het Vlaamse Mediadecreet. De Vlaamse Gemeenschap is echter niet voor alle EWEC-elementen bevoegd, en het omzettingsdecreet omvat dus slechts een gedeeltelijke omzetting van het EWEC.

De omzetting van EWEC heeft gevolgen voor de audiovisuele mediasector. Met name voor aanbieders van kabelomroepnetwerken en etheromroepnetwerken, en voor dienstenverdelers zijn de bepalingen van EWEC relevant. Hieronder lijsten we een aantal voorbeelden op.

Verplichte organisatie van openbare raadplegingen

Het EWEC legt een verplichting tot openbare raadpleging op bij wijzigingen aan frequentieplannen, aan erkenningen en licenties, en aan de voorwaarden en procedures voor het verwerven of verlengen van frequentiegebruiksrechten. De plannen voor die wijzigingen moeten vooraf bekend gemaakt worden. Belanghebbenden, ook gebruikers en consumenten, hebben dan minimaal 4 weken de tijd om hun standpunt over de geplande wijzigingen mee te delen.

Regulator waakt over vrijwaring van mededinging

Het EWEC actualiseert de bepalingen over de marktanalyse met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten. Daarnaast bevat het EWEC geactualiseerde regels voor het opleggen van verplichtingen aan ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht.

Waarover gaat dit? Met toepassing van EWEC moet de Vlaamse Regulator voor de Media (in samenwerking met andere regulatoren) bepaalde markten voor producten en diensten in de sector van de elektronische communicatie analyseren. Meer specifiek: beoordelen in hoeverre er sprake is of kan zijn van daadwerkelijke mededinging.

Aansluitend daarbij moet de Regulator de ondernemingen aanduiden die zoveel economisch gewicht hebben op de geanalyseerde markt dat zij zich onafhankelijk van concurrenten, klanten en consumenten kunnen gedragen. Dat zijn ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht. Om de daadwerkelijke mededinging in de geanalyseerde markt te herstellen, kan de Regulator tenslotte aan die ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht een of meer corrigerende maatregelen opleggen.

De omzetting van EWEC heeft ook een impact op de bevoegdheden van de Regulator. Zo moet hij voortaan geschillen beslechten tussen ondernemingen over de verplichtingen die verband houden met marktanalyse, aanmerkelijke marktmacht en het aanbieden van netwerken. Verder kan hij informatie opvragen aan alle natuurlijke en rechtspersonen die aan het Mediadecreet onderworpen zijn, en niet meer alleen aan omroeporganisaties, dienstenverdelers en aanbieders van netwerken. Tot slot heeft de omzetting ook impact op de informatie-uitwisseling tussen de Regulator en de Europese Commissie.

Verdere stappen na de omzetting

Het omzettingsdecreet van 2 juni – voluit het decreet tot omzetting van richtlijn (EU) 2018/1972 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie - trad op 14 augustus in werking. Het decreet zal nog worden aangevuld met enkele uitvoeringsbesluiten, onder meer rond de organisatie van openbare raadplegingen.

Foto © VRT

7.6 Nieuwe Europese richtlijn voor de audiovisuele mediadiensten zorgt voor gelijke regels

Gelijke regels voor alle mediaspelers, zodat er eerlijkere concurrentie is tussen traditionele televisie, video on demand-diensten en videoplatformen. Nieuwe regels voor videoplatformdiensten, zodat kijkers, en in het bijzonder minderjarigen, beter beschermd zijn tegen gewelddadige, schadelijke en haatzaaiende inhoud. Dat is de kern van een nieuwe Europese richtlijn over de audiovisuele mediadiensten, die sinds mei vorig jaar uitvoering krijgt in het Vlaamse Mediadecreet.

Technische ontwikkelingen hebben voor nieuwe types diensten en gebruikerservaringen gezorgd. Kijkgewoontes zijn aanzienlijk veranderd. Veel kijkers zijn van de traditionele televisie overgestapt op andere, draagbare toestellen, waarop zij audiovisuele inhoud bekijken. Nieuwe types inhoud, zoals door gebruikers gegenereerde inhoud, zijn steeds belangrijker geworden. Daarnaast zijn nieuwe spelers, zoals aanbieders van video on demanddiensten en videoplatformdiensten, intussen gevestigde waarden. In deze nieuwe context is er nood aan voldoende bescherming van de mediagebruiker en een gelijk speelveld voor alle mediaspelers. De nieuwe Europese richtlijn 2018/1808 over de audiovisuele mediadiensten moet daarvoor zorgen. Die werd bij decreet van 19 maart 2021 omgezet in het Vlaamse Mediadecreet. De nieuwe regels traden op 9 mei in werking.

Bescherming van minderjarigen

De nieuwe richtlijn versterkt de bescherming van minderjarigen tegen ongeschikte of schadelijke inhoud, bijvoorbeeld omdat lineaire en niet-lineaire televisiediensten op dat vlak dezelfde regels moeten volgen. Zo mogen ze geen programma’s uitzenden die de ontwikkeling van minderjarigen kunnen aantasten, tenzij minderjarigen die programma’s niet te horen of te zien kunnen krijgen. Nieuw is dat televisieomroepen voldoende informatie aan de kijkers moeten verstrekken over deze programma’s via een systeem dat het mogelijk schadelijke karakter van de programma’s omschrijft. Ook aanbieders van videoplatformdiensten moeten maatregelen nemen om minderjarigen te beschermen. Verder preciseert de tekst ook dat persoonsgegevens van minderjarigen die verzameld worden in het kader van deze verplichtingen, niet verwerkt mogen worden voor commerciële doeleinden.

Meer flexibiliteit bij commerciële communicatie

De nieuwe richtlijn biedt ook meer flexibiliteit met betrekking tot audiovisuele commerciële communicatie. De versoepelde voorschriften over het invoegen van televisiereclame werden al omgezet bij decreet van 8 mei 2020, omdat de reclame-inkomsten sterk onder druk stonden door corona. Sindsdien hebben televisieomroepen meer flexibiliteit bij het inplannen van reclamecampagnes en het invoegen van reclamespots.

Door deze flexibilisering kunnen een aantal aspecten van commerciële communicatie voortaan geregeld worden via co- of zelfregulering. Verschillende regels over commerciële communicatie worden nu uit het Mediadecreet geschrapt omdat er zelfregulerende codes zijn die gelijkaardige verplichtingen inhouden. Zo ligt voortaan vast dat commerciële communicatie niet mag inspelen op gevoelens van angst of niet misleidend mag zijn voor de consument.

Samengevat: een gelijk speelveld voor de verschillende spelers

De regels in de nieuwe richtlijn moeten zorgen voor een gelijk speelveld tussen de verschillende aanbieders van audiovisuele inhoud. Nu gebruikers audiovisuele inhoud meer en meer op videoplatformdiensten bekijken, moeten ook aanbieders van videoplatformdiensten zich net als televisieomroepen voortaan houden aan een aantal regels rond bescherming van minderjarigen, het verbod op aanzetten tot geweld en haat, en bepaalde aspecten van commerciële communicatie.

Het omzettingsdecreet van 19 maart 2021 zal nog worden aangevuld met enkele uitvoeringsbesluiten, onder meer op het vlak van de bescherming van minderjarigen via een systeem van leeftijds- en inhoudsclassificaties voor audiovisuele content.