Tijd voor een museumbeleid
Musea Brugge, Otobong Nkanga, Unearthed – Sunlight, 2021 - Foto © Dominique Provost Art Photography
Met het Museumdecreet beoogde de Vlaamse Gemeenschap een verbetering van de kwaliteit van het museale aanbod en meer professionalisering in de museumwerking.
Foto © MOU Museum Oudenaarde
De grondslag van het huidige cultureelerfgoedbeleid in Vlaanderen is het Museumdecreet van 1996. De Beleidsbrief Musea van 1996 schetste een beeld van het museumlandschap in Vlaanderen. De ambities van de Vlaamse Gemeenschap waren:
- een minder versnipperd museumlandschap
- een sterkere profilering en dynamischere uitstraling
- meer organisatiekracht; meer samenwerking
- evenwichtigere uitbouw van de verschillende museumfuncties.
Met het Museumdecreet (1996-2004) werden die uitdagingen aangepakt en speelde de Vlaamse Gemeenschap in op de culturele en maatschappelijke verantwoordelijkheden van de musea en op de kwalitatieve verwachtingen van de overheid en het publiek, ook naar de toekomst toe.
Bijzondere aandacht ging toen al naar de plaats van het museum in de samenleving en de maatschappelijke relevantie. Het bestaansrecht van het museale aanbod werd verbonden aan de betekeniswaarde van het cultureel erfgoed voor de bezoeker.
Foto © Openluchtmuseum Bokrijk
Bakkerijkmuseum - Foto © Westtoer
Een van de belangrijkste pijlers van het Museumdecreet was de erkenning van musea. Daarmee knoopte de Vlaamse Gemeenschap aan bij de internationale tendensen. De mosterd werd gehaald bij het Britse registratiesysteem, maar het decreet is vooral tot stand gekomen in nauwe samenwerking en overleg met de musea in Vlaanderen zelf. Nederland en Denemarken hanteerden op dat moment dezelfde minimumstandaard. De Vlaamse Gemeenschap beoogde de kwaliteit van het museale aanbod te verbeteren en de museumwerking te professionaliseren. Ondertussen reiken ook de Franse Gemeenschap, Frankrijk, Ierland, en andere Europese landen en regio’s een kwaliteitslabel uit aan kwaliteitsvol werkende collectiebeherende organisaties.
Foto © FeliX Art & Eco Museum, Drogenbos FeLiX
De klemtoon lag op de definitie en de basisfuncties van een museum. Het erkenningsinstrument steunde op de internationaal aanvaarde definitie voor een museum van de Internationale Museumraad ICOM en op internationale standaarden, zoals de internationale regels voor registratie van museale objecten en deontologische code voor het museumberoep.
Museum De Mindere, Sint-Truiden, OKAN workshop - Foto © DE MINDERE
De basisfuncties of kerntaken van de museumwerking werden uitdrukkelijk benoemd:
- verwerven
- bewaren
- wetenschappelijk onderzoeken
- ontsluiten van de permanente collectie.
Het Museumdecreet bracht erkenning voor musea die voldeden aan minimale kwaliteitsnormen. Het kwaliteitslabel toonde aan dat een museum op een professionele, duurzame en kwaliteitsvolle manier werkte met aandacht voor zowel de evenwichtige uitoefening van de basisfuncties van de museumwerking als de wijze waarop het management van het museum wordt waargenomen.
MSK Gent - Foto © Martin Corlazzoli
Interieur, auteur Anthony De Meyere - Foto © Design Museum Gent
Het decreet werd eind 1996 bekrachtigd. Toch was het even wachten op de uitvoering: het uitvoeringsbesluit volgde in 1998, de eerste erkenningen in 1999.
Vier Gentse musea - Design Museum Gent, Industriemuseum, MSK Gent en SMAK - werden als eerste erkend. Later dat jaar volgden nog 16 andere musea.
Het Museumdecreet stimuleerde samenwerking. Twee of meer musea die structureel samenwerken kunnen een erkenning aanvragen als één museum. Dat gaf de kans aan kleinere musea om vanuit een samenwerkingsverband een professionele museumwerking uit te bouwen in lijn met de erkenningsvoorwaarden. Het gaat om samenwerking voor het geheel van de museumwerking, vanuit één museaal concept met een aantoonbare meerwaarde. De samenwerking is zowel op het vlak van de uitoefening van de basisfuncties van de museumwerking, als op het vlak van het management van het museum.
Stedelijke Musea Ieper kreeg in 1999 als eerste samenwerkingsverband een kwaliteitslabel.