SAMENWERKING EN PARTNERSCHAP TUSSEN OVERHEDEN

Foto © CO7

Lokale besturen die een cultureelerfgoedconvenant sluiten met de Vlaamse Gemeenschap, halen daar een duidelijke meerwaarde uit. Het vraagt een sterk engagement van het bestuur, maar de voordelen zijn groot.

Complementair beleid

Een complementair cultureelerfgoedbeleid betekent dat het beleid van de verschillende bestuursniveaus op elkaar is afgestemd en dat elk bestuursniveau (de lokale besturen en de Vlaamse Gemeenschap) een eigen ondersteuningsbeleid op maat uitwerkt vanuit het subsidiariteitsprincipe.

  • Lokale besturen zijn het best geplaatst om een samenhangend en duurzaam lokaal cultureel-erfgoedbeleid vorm te geven.
  • De Vlaamse Gemeenschap zet krijtlijnen uit en tekent het bredere kader.

Zo neemt het lokale bestuur, via een convenant, de verantwoordelijkheid op om een eigen lokaal cultureelerfgoedbeleid te ontwikkelen en uit te voeren.

Foto © Viersprong

Strategische ondersteuning voor lokaal erfgoedbeleid

Een cultureelerfgoedconvenant is meer dan een subsidieovereenkomst: het is een partnerschap.

  • Lokale besturen krijgen structurele middelen én beleidsruimte om een duurzaam, geïntegreerd cultureelerfgoedbeleid uit te bouwen.
  • De cultureelerfgoedcel wordt het kloppend hart van dat beleid. Ze coördineert, verbindt, ondersteunt en maakt erfgoed zichtbaar en brengt het dichter bij de gemeenschap.
  • Gemeenten brengen eigen middelen in: van bij aanvang was dat een duidelijk kenmerk van gelijkwaardig partnerschap.

Foto © Erfgoedcel Voorkempen

Maatwerk en lokale autonomie

Het convenant is opgevat als een instrument op maat.

  • Gemeenten of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) bepalen zelf – binnen het Vlaamse beleidskader – welke accenten ze leggen. Zo kunnen lokale noden, specifieke erfgoedtypes en gemeenschappen centraal staan.
  • Die flexibiliteit maakt het instrument aantrekkelijk voor zowel grote steden als kleinere steden en gemeenten die samenwerken.
  • Convenants bevatten meerdere doelstellingen: vaste krijtlijnen, maar ook specifieke afspraken die in elke stad of elk werkingsgebied anders ingevuld kunnen worden.

De output van convenants was van bij aanvang heel divers, wat evident is voor een instrument dat expliciet op maat wil werken.

Erfgoedcel Denderland - Foto © Jonas De Gent

Belang van aanwezigheid cultureel erfgoed en actoren

Sinds de eerste decreettekst (2004) is het belang van het aanwezig cultureel erfgoed en de aanwezige actoren een belangrijk criterium bij elke aanvraag voor een convenant. Ook nu blijft het een noodzakelijke voorwaarde om een convenant te sluiten.

Een zicht krijgen op dat belang betekent eerst en vooral in kaart brengen welk cultureel erfgoed en welke actoren – zoals musea, archieven en heemkundige verenigingen – aanwezig zijn. Dat blijft ook in 2025 een cruciale eerste stap om een sterke erfgoedcelwerking uit te bouwen.